Kerk & religie

Geen hoop

Ezechiël 37:11

Matthew Meade
23 September 2021 07:05
beeld RD
beeld RD

„Mensenkind! Deze beenderen, die zijn het ganse huis Israëls; zie, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze verwachting is verloren, wij zijn afgesneden.”

Israël krijgt de naam „dorre beenderen.” Beenderen die in een levend lichaam zitten en bekleed zijn met zenuwen en vlees, zijn sterk. Maar beenderen, die dood en dor zijn, bezitten geen kracht. Die vraag van de profeet Amos is dezelfde als die in onze tekst: „Wie zou er van Juda blijven staan, want hij is klein” (Amos 7:2). Een volk kan laag genoemd worden met betrekking tot eer en aanzien. Want eer en aanzien brengen een volk omhoog. „Indien gij … al Zijn geboden waarneemt te doen …, zo zal de Heere uw God u hoog zetten” (Deuteronomium 28:1). „Hij stort verachting uit over de prinsen …, maar Hij brengt de nooddruftige … in een hoog vertrek” (Psalm 107:40v.).

En wanneer een volk laag en oneervol gemaakt wordt, dan geldt daarvan, dat het vernederd moet worden. Zij kunnen laag en nederig genoemd worden, wat hun geloof en verwachting betreft. Hun lijden kan zo groot zijn en zo lang duren, dat zij van alle hoop op bevrijding beroofd kunnen worden.

Zo was het met Israël in Egypte. Zij luisterden niet naar Mozes, toen hij zei, dat God hem als hun bevrijder zond.

Daarom wordt de toestand van Israël in Babel met de dorre doodsbeenderen vergeleken, omdat zij zonder hoop leefden. In vers 11 lezen we: „Deze beenderen, die zijn het ganse huis Israëls; zie, zij zeggen: Onze beenderen zijn verdord en onze verwachting is verloren, wij zijn afgesneden.”

Matthew Meade, 
predikant te Stepney

(”Nieuw leven in de doodsbeenderen”, 1710)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer