Nederland voor tribunaal
Vertegenwoordigers van acht landen, waaronder Nederland, verschijnen volgende week vanaf woensdag voor de rechters van het Joegoslavië–Tribunaal in de zaak–Ojdanic. Dat heeft de griffie van het VN–hof in Den Haag woensdag laten weten. Inzet is een verzoek van de verdediging van de voormalige Joegoslavische generaal om een dwangbevel tegen de acht landen en de NAVO.
Ojdanic hoopt op deze manier aan informatie te komen die de verdediging relevant acht. Dragoljub Ojdanic (63) is aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden in Kosovo, onder meer tijdens de NAVO–bombardementen in 1999. Hij was tijdens de Kosovo–oorlog stafchef van het Joegoslavische leger en werd later minister van Defensie.
Prof. Johan G. Lammers, de juridisch adviseur van minister Bot van Buitenlandse Zaken, heeft namens de Nederlandse regering gevraagd mondeling te mogen reageren op het verzoek om een dwangbevel.
De andere landen die zullen reageren zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Turkije, Bosnië–Herzegovina en Canada. De zitting is voorzien van woensdag tot en met vrijdag. Verzoeken om dwangbevelen aan staten hebben in het verleden tot lange procedures geleid bij het VN–tribunaal. In principe zijn landen verplicht mee te werken met het door de VN–Veiligheidsraad ingestelde orgaan. Toch wordt geregeld een beroep gedaan op de noodzaak tot bescherming van staatsgeheimen.
