Abdul Jabbar zit ondergedoken
Abdul–Jabbar van de Ven, de islamitische prediker die dinsdagavond toegaf dat hij niet rouwig zou zijn als Tweede–Kamerlid Wilders zou sterven, zit ondergedoken. Dat liet Van de Ven woensdag zelf weten.
Van de Ven verscheen dinsdag op televisie in het programma het Elfde Uur van Andries Knevel. Op Knevels vraag of hij „diep in zijn hart" blij zou zijn als Wilders binnen nu en twee jaar dood zou gaan, antwoordde Van de Ven bevestigend.
Van de Ven schrijft woensdag in een verklaring dat hij daarmee niemand heeft willen aanzetten om het Tweede–Kamerlid te doden. „Dat ontken ik ten stelligste." Hij wenst Wilders ook niet de dood of akelige ziekten toe: „Ik wens het hem zelfs niet toe met mijn tong of mijn pen". „Maar ik zou er niet om treuren, net als dat een groot deel van de Nederlandse bevolking er niet om zou treuren, als Osama bin Laden morgen dood gevonden zou worden."
Van de Ven wil contact met de politicus opnemen om hem uit te leggen wat hij bedoelde te zeggen in het Elfde Uur. Hij en Wilders zitten inmiddels in hetzelfde schuitje, aldus de prediker. Wat betreft het onderduiken „kunnen we elkaar de hand schudden".
Zijn persoonlijke mening over Wilders was nooit naar buiten gekomen als Knevel er niet naar gevraagd had, schrijft Van de Ven. „Natuurlijk was het achteraf gezien verstandiger geweest gewoonweg niet te antwoorden op die vraag, maar dat beetje verstand ontbrak mij op dat moment."
In de lessen en lezingen die Van de Ven geeft, veelal aan jongeren, voelt hij zich soms genoodzaakt misvattingen over de jihad, een heilige oorlog, weg te nemen. „Iets wat soms noodzakelijk is, in het geval van bijvoorbeeld al te fanatieke jongeren." Van de Ven, die zich op zijn veertiende bekeerde tot de islam, erkent zijn verantwoordelijkheid als leraar. „Oproepen tot jihad en soortgelijke zaken is iets wat totaal niet voorkomt in mijn lessen."
Knevel zegt woensdag in een eigen verklaring dat hij Van de Ven na zijn uitspraak over Wilders die hem volgens eigen zeggen volkomen verraste, een paar keer de ruimte gegeven om zin uitspraken terug te nemen. „Waarop ik hoopte", schrijft Knevel. De keuze voor de moslimdocent als gast was ingegeven door de actualiteit, verduidelijkt Knevel. „Vooraf kende ik zijn ideeën over de dood van Theo van Gogh, die hij de dag ervoor in de Gelderlander had gepubliceerd. Ik heb hem daarop bevraagd."
Op het voormalige woonadres van Abdul–Jabbar van Ven in het Brabantse dorp Heesch staat de stichting Islamic Propagation Centre International (IPCI) nog geregistreerd. Van de Ven staat ingeschreven als voorzitter maar zegt dat de stichting al twee jaar niet meer actief is.
De stichting zou zijn opgericht toen Van de Ven twee boeken van de geestelijk leider van de organisatie ging vertalen. IPCI heeft zijn basis in Durban in Zuid–Afrika. De leider is sjeik Ahmed Deedat. Van de Ven verklaarde zich woensdag nog steeds verwant aan Deedat.
’Jezus in de Islam’ en ’Is de Bijbel God’s woord?’, zijn de boeken van Deedat die na vertaling door Van de Ven in het Nederlands verschenen.
Islamoloog Wiegers van de Radboud Universiteit in Nijmegen kent Deedat als een felle polemist die het christendom als een gecorrumpeerde godsdienst beschouwt. „Felle polemieken zijn natuurlijk nooit onschuldig en kunnen tegenstellingen tussen groepen veroorzaken", aldus Wiegers woensdag.
Ook in Nederland heeft de Zuid–Afrikaanse geestelijke aanhangers, zegt de islamoloog. Abdul–Jabbar van de Ven wenste woensdag te benadrukken dat de organisatie van Deedat geen geweld predikt. Burgemeester Heijmans van de gemeente Bernheze, waar Heesch onder valt, kent de stichting niet en is niet van plan iets te ondernemen tegen de islamdocent.