Kabinet op pijnbank om Afghanistan
In de aanloop naar het debat over de evacuatie uit Afghanistan stegen de frustratie en spanning. De verantwoordelijke bewindspersonen lijken na een lang debat echter verder te kunnen.
„Ik ga slapen. Uitgerust het debat over Afghanistan in is ook wat waard. Heel benieuwd of de Kamervragen morgenochtend beantwoord zijn”, twitterde GL-Kamerlid Bromet dinsdagavond. Maar het bleef niet bij een late aanlevering van stukken.
Veel groter was de verontwaardiging woensdagochtend. „Kabinet negeerde noodoproepen van ambassade Kabul”, kopte de Volkskrant. De krant meldde dat de Nederlandse ambassade en lokale Afghaanse stafleden sinds het voorjaar van 2020 smeekten om voorbereidingen te treffen om lokale medewerkers snel te kunnen laten vertrekken als de opmars van de Taliban zou doorgaan. De ministers Kaag (Buitenlandse Zaken) en Bijleveld (Defensie) en staatssecretaris Broekers-Knol (Justititie en Veiligheid) zouden echter tot twee dagen voor de val van Kabul geen besluit genomen hebben.
Nog meer brandbaar materiaal: de ambassade zou vanuit Den Haag gezegd zijn dat er drie personen van een lijst van zestig namen geëvacueerd mochten worden. De lijst betrof familieleden die inwonend en afhankelijk waren, maar niet tot het zogeheten kerngezin van de ambassademedewerkers behoorden.
Verder zouden lokale medewerkers zich op 11 mei van dit jaar hebben gewend tot een Haagse topambtenaar. Het ministerie van Buitenlandse Zaken stelde tegenover de Volkskrant dat er op 9 juli een besluit over evacuatie „indien de situatie verslechtert” was genomen, maar dat de medewerkers nodig waren voor de afhandeling van de tolkenregeling en dat de val van Kaboel onvoorzien snel kwam.
De Kamer eiste van het kabinet de stukken waar de krant zich op baseerde. Het debat begon woensdag daardoor drieënhalf uur later dan gepland, en zou bijna twaalf uur later gesloten worden.
De Kamer ging bij monde van PvdA’er Piri fel van start. „De Kamer is niet goed geïnformeerd. Moties zijn niet uitgevoerd. Er is tijd verspild en daarmee zijn mensenlevens in gevaar gebracht.”
Buitenlandminister Kaag vestigde onder meer de aandacht op de „enorme prestatie” die geleverd was bij de evacuatie. Ook stelde zij dat er „een noodzaak is om realiteitszin te hebben over wat we wel en niet hebben kunnen doen.” Nederland, en alle andere betrokken landen, handelden volgens haar op basis van verkeerde aannames. „Dat is bitter.”
Hoe men het in het hoofd had gehaald om groen licht te geven voor slechts drie van de zestig kwetsbare familieleden? Op die vraag kwam geen helder antwoord. „Niemand heeft ooit gezegd dat het er drie moeten zijn”, zei Kaag op den duur stellig. De bewindsvrouw zei „heel blij” te zijn dat het kabinet later alsnog besloot dat alle zestig personen konden komen.
Wat het debat per saldo opleverde? Met de spijtbetuigingen van Kaag en premier Rutte is de kous in elk geval niet af. Tal van partijen willen een parlementair onderzoek. De Kamer stemt deze donderdagavond over dat voorstel. Datzelfde geldt voor een motie van wantrouwen aan het adres van Kaag, en moties van afkeuring over het handelen van Kaag en Bijleveld. Als de motie van afkeuring tegen Kaag het haalt, dan komt een uitspraak van haar als een boemerang terug. Op 1 april zei de D66’er namelijk over zo’n motie aan het adres van Rutte: „Ik zou daar mijn eigen conclusies aan verbinden.”