Voor de motie stemden behalve D66 alleen VVD, LPF en de eenmansfracties van Lazrak en Wilders. Een uitzonderingspositie binnen hun fracties namen kamervoorzitter Weisglas (VVD) en LPF’er Van den Brink in. Zij stemden tegen.

De motieven van de tegenstemmers liepen nogal uiteen. CDA, ChristenUnie en SGP hadden inhoudelijke bezwaren tegen de motie. Zij willen het bewuste artikel 147 handhaven. PvdA en SP vonden vooral het tijdstip ongelukkig. PvdA-voorman Bos wil wel over afschaffing praten maar dan in een later debat als er meer tijd is en een zorgvuldige afweging kan plaatsvinden.

Volgens Bos heeft minister Donner van Justitie zijn voornemen ingetrokken om de bepalingen over de godslastering te verscherpen. Ook dat woog bij zijn fractie mee. GroenLinks was tegen vanwege „de partijpolitieke prestigestrijd” die achter de motie schuil gaat.

Kamervoorzitter Weisglas zei na afloop van de stemming dat aanvaarding van de motie het aanzien van de Tweede Kamer zou hebben geschaad. „Zo’n kwestie mag niet geïsoleerd worden afgedaan. Als voorzitter van de Kamer heb ik op zo’n moment een bijzondere verantwoordelijkheid.” De hele affaire had volgens hem het karakter van een hype. „Er is veel verwarring is in het land. De kwestie is buiten de context geplaatst van waar het in Nederland nu om gaat.”

Donner zei na de stemming dat zijn uitspraken zijn vertekend en dat het hem gaat om de toon van het publiek debat na de moord op Van Gogh. Hij ontkent dat hij voor aanscherping van de bepalingen heeft gepleit. „Als mensen windmolens nodig hebben om die te bevechten, dan kan ik alleen maar constateren dat dit debat ons beter bespaard had kunnen worden’’, aldus de bewindsman.

De indiener van de motie, D66’er Van der Laan, zei na afloop er alle vertrouwen in te hebben dat de motie het op een later tijdstip wel zal halen. Ze zal het bij een debat over de grondrechten, volgende maand, wederom proberen. Zoals het er nu naar uitziet, kan een initiatief van D66 om de wettelijke bepalingen te schrappen dan wel op een meerderheid rekenen.

Veel hangt af van de verdediging van het kabinet. Voor de PvdA is van belang of kan worden aangetoond dat het lasterverbod een toegevoegde waarde heeft. Het beledigen van mensen vanwege hun godsdienst is al strafbaar gesteld in artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht.

PvdA-voorman Bos bestrijdt met klem dat zijn fractie gezwicht zou zijn voor de moslims in zijn partij. Bij de sociaal-democraten stond volgens hem centraal in het debat dat moslims en niet-moslims zich niet uit elkaar zouden moeten laten spelen over de vraag of de vrijheid van meningsuiting het beschermen waard is.