Wrakingsverzoek liquidatieproces Marengo afgewezen
De wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam heeft het wrakingsverzoek in het liquidatieproces Marengo van advocaat Inez Weski woensdag afgewezen. De strafzaak rond hoofdverdachte Ridouan Taghi kan dus voortgezet worden.
Volgens Weski, advocaat van onder anderen Taghi, hadden de rechters dinsdag in het proces de schijn van partijdigheid gewekt. De wrakingskamer vindt het verzoek ongegrond, maar heeft nog niet gemotiveerd waarom. De rechtbank vond een openbare behandeling ter zitting van het wrakingsverzoek niet nodig. De kwestie is daarom schriftelijk afgedaan. Advocaat Weski heeft geen goed woord over voor die gang van zaken en zegt zich te beraden over wat zij „hier verder mee moet”.
„Dit heb ik nog nooit meegemaakt”, aldus de raadsvrouw. „De verdediging wordt kennelijk tot zwijgen gebracht. Er mag niet in het openbaar blijken van de feiten. Het is een vorm van rechtsweigering voor de verdachten.”
Weski wilde dinsdag, tijdens een nieuwe zitting in de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp, een presentatie houden over app-berichten van Nabil B., de kroongetuige in het proces. De berichten zijn gevonden in een iPhone die de kroongetuige stiekem in zijn cel had. De advocaten van de verdachten zijn zeer gebrand op de berichten, omdat zij mogelijk de betrouwbaarheid van de kroongetuige schaden.
De aangekondigde powerpointpresentatie stuitte op bezwaren bij zowel B.’s advocaten, het OM en de rechtbank. De rechtbank vond dat Weski moest wachten totdat de berichten in het dossier zitten. Als zij dat niet wilde, dan kon zij een toelichting geven, maar dan wel achter gesloten deuren. In de apps wordt over personen gesproken, waarbij mogelijk hun privacy en veiligheid in het geding komen.
De verzoeken van andere advocaten in het proces, die zich bij Weski hadden aangesloten, heeft de wrakingskamer niet ontvankelijk verklaard. Een van hen, Shirley Splinter, opperde de rechtbank de gang van zaken rond de wraking te bespreken, „omdat de sfeer in het proces verslechtert”. De voorzitter van de rechtbank reageerde daarop: „We moeten nog lang met elkaar verder. En dat moet op een fatsoenlijk manier. Daar zijn we het allemaal over eens.” Mogelijk dat het onderwerp volgende week dinsdag, als het proces wordt hervat, nader wordt besproken.
Het is de derde keer dat de rechtbank in het proces is gewraakt, sinds het proces in 2018 op gang kwam.