PO-Raad: geef scholen begeleiding na coronabesmetting in de klas
De PO-Raad stelt dat basisscholen goede begeleiding moeten krijgen van de GGD in het bepalen wie er wel en niet naar huis moet na een coronabesmetting in de klas. Dinsdag, in aanloop naar de persconferentie over de coronamaatregelen, lekte uit dat het kabinet na advies van het Outbreak Management Team (OMT) heeft besloten dat binnenkort niet meer een hele klas naar huis hoeft na besmetting van een kind.
Afgelopen weken zijn verspreid over het land tientallen basisschoolklassen naar huis gestuurd vanwege coronabesmettingen. De PO-Raad, die basisscholen in Nederland vertegenwoordigt, is dan ook blij met de plannen van het kabinet. „Zoals het was, was het niet logisch”, aldus een woordvoerder. „Het is voor ouders raar en lastig als hun kind weer naar huis moet en ook voor de kinderen zelf is het niet fijn: fysiek onderwijs is het beste voor ze.” De raad zag al een soort „doemscenario” ontstaan, waarin het grootste deel van de kinderen komende tijd weer thuis komt te zitten. „Terwijl er in een klas heel veel kinderen zitten die helemaal geen contact hebben gehad met degene die besmet is.”
Het OMT adviseerde eerder dat kinderen die nauw contact hadden met een besmette klasgenoot, wel thuis moeten blijven. Of het kabinet dit deel van het advies opvolgt, en wat ‘nauw contact’ dan precies betekent, is nog onduidelijk. Volgens de PO-Raad is het in ieder geval belangrijk dat deskundigen meekijken met scholen om te bepalen wie er naar huis moeten, „want als leraar kun je moeilijk bepalen wat nu precies te veel contact is.”
Ook moet oog worden gehouden voor leraren zelf, stelt de raad. „Zij moeten zich ook veilig blijven voelen. Dat zal per persoon en situatie sterk verschillen. De ene leraar denkt ‘ik ben gevaccineerd, het zal wel loslopen’, de ander heeft misschien een kwetsbare huisgenoot. Door open te praten moeten teams kijken wat er nodig is om iedereen zich veilig te laten voelen.”