Cultuur & boeken

Vier musea bouwen samen depot voor 500.000 objecten in Amersfoort

Van buiten oogt het gebouw als een bovenmaatse vrieskist. Binnen liggen een slordige half miljoen objecten opgetast: schilderijen, meubels, koetsen, klokken, aardewerk – te veel om op te noemen. Maandag 13 september opende minister Van Engelshoven in Amersfoort het fonkelnieuwe depot 
CollectieCentrum Nederland (CC NL).

14 September 2021 11:36
Locatiemanager Wim Hoeben laat in een van de depots van CC NL schilderijen uit de collectie van Paleis Het Loo zien.  beeld ANP, Sem van der Wal
Locatiemanager Wim Hoeben laat in een van de depots van CC NL schilderijen uit de collectie van Paleis Het Loo zien.  beeld ANP, Sem van der Wal

Musea kunnen lang niet alle voorwerpen die ze in huis hebben tentoonstellen. Veel kunstschatten liggen daarom in depots ergens in de buurt, vaak onder minder ideale omstandigheden. Het Nederlands Openluchtmuseum, Paleis het Loo, het Rijksmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed besloten tien jaar geleden hun depotcollecties samen te brengen op één plek – uniek voor Nederland én voor de wereld. Omdat het niet lukte om hiervoor een geschikt bestaand gebouw te vinden, werd gekozen voor nieuwbouw in de Amersfoortse wijk Vathorst.

In precies twee jaar en twee weken is het depot neergezet, vertelt locatiemanager Wim Hoeben tijdens een rondleiding door het gebouw. „Een supergeïsoleerde trommel”, noemt hij het oneerbiedig. „Het is één van de duurzaamste gebouwen van het land. Door de vloer van het depotgedeelte niet te isoleren en de wanden en het dak wel, creëert de onderliggende aardlaag een constante temperatuur van 12 tot 15 graden. Hierdoor is een minimum aan installaties nodig. Op het dak liggen ruim 2100 zonnepanelen. Daarmee voorziet het gebouw volledig in de eigen energiebehoefte. Het gebouw beschikt over een warmte-koude-opslag en voor het doorspoelen van de toiletten wordt regenwater gebruikt.”

Draaiorgel

Alles aan het depot is groot. De Nachtwacht zou gemakkelijk via een van de drie laaddeuren naar binnengebracht kunnen worden. De gangen zijn 6 meter breed en 5 meter hoog. In een lift past een heel weeshuis. De 39 depots, verdeeld over vier verdiepingen, hebben een hoogte van 5,5 meter. „Hiervoor is gekozen om ook het draaiorgel ”De Blauwe Mortier” uit de collectie van het Openluchtmuseum in Arnhem een plek te kunnen geven”, zegt Hoeben. „Dat instrument is 5,40 meter hoog.”

Niet minder dat 869 vrachtwagenritten waren nodig om alle voorwerpen op hun nieuwe bestemming te brengen, vertelt Hoeben. „Het draaiorgel is het grootst; de stoommachine Tarzan het zwaarst: 7200 kilo.” De verhuizing nam een jaar in beslag.

Uiteraard is er alles aan gedaan om ideale omstandigheden te creëren voor het bewaren van kunstvoorwerpen en andere objecten van waarde. Binnenmuren van kalkzandsteen zorgen er bijvoorbeeld voor dat de luchtvochtigheid stabiel en op een aanvaardbaar peil blijft. „Het voelt hier als in een mergelgrot”, zegt Hoeben.

De brandveiligheid staat hoog in het vaandel. Mocht er onverhoopt brand uitbreken, dan wordt het desbetreffende depot van de buitenwereld afgesloten om verder onheil te voorkomen. Een beetje zoals indertijd bij de Titanic, al vindt Hoeben dat een wat ongelukkige vergelijking. „Maar we doen er alles aan om te voorkomen dat er brand ontstaat. ’s Nachts schakelen we de elektriciteit uit. Geen laptop blijft in de depots achter, geen lamp brandt er dan.”

Ook tegen bedreigingen van buitenaf is het depot bestand. Om te voorkomen dat er al te veel hekwerk moest worden geplaatst, is aan de voorzijde een wadi aangelegd, die overtollig regenwater opvangt en vasthoudt. „Zie het als een soort waterlinie”, zegt Hoeben, „daar komt geen tank doorheen.” De wadi draagt ook bij aan natuurontwikkeling op het terrein. Rond het gebouw zijn al veelvuldig konijnen en vossen gesignaleerd. En lokale plantensoorten gedijen er prima.

De samenwerking tussen de vier instellingen gaat veel verder dan alleen het delen van het gebouw, zegt Hoeben. „De collecties worden samengevoegd, er is sprake van een gezamenlijke bedrijfsvoering en de medewerkers van de vier instellingen vormen samen één team van zo’n dertig mensen. Door samen te werken kan CC NL faciliteiten bieden die de cultuursector als geheel ten goede komen. Zo zijn er voor het eerst in Nederland speciale quarantaineruimten waar museumstukken door middel van vrieskou of het onttrekken van zuurstof van schadelijke insecten en schimmels kunnen worden ontdaan. Je moet er niet aan denken dat andere objecten in het depot worden aangetast door zulke indringers. Daarnaast beschikt CC NL over onder meer een fotostudio en een röntgenkamer. En er zijn twee grote restauratieateliers waar ook andere culturele instellingen gebruik van kunnen maken. Momenteel wordt hier bijvoorbeeld het schilderij ”Gezicht op Amersfoort” van Matthias Withoos in opdracht van het Amersfoortse museum Flehite gerestaureerd.”

Vioolbouwer

Hoewel CC NL geen publieksfunctie heeft, is het wel mogelijk om onderzoek te doen in het depot. „Er zijn nogal wat amateurmusici die graag zelf een instrument willen bouwen. We krijgen violisten over de vloer die willen weten hoe vroeger een viool werd gebouwd.”

Maar vooral is het depot er voor de musea; aanvragen voor bruiklenen zijn van harte welkom. Hoeben: „Het interessante van CC NL is dat er allerlei spannende dwarsverbanden tussen de collecties zichtbaar worden die voorheen verborgen bleven. Daardoor ontstaat een completer beeld van de kunst en de geschiedenis van Nederland.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer