Kerk & religie

„Vrouw in ambt niet verantwoord”

Vier van de 92 Nederlands gereformeerde kerken spreken nu al uit dat zij op de voortgezette Landelijke Vergadering (generale synode) van hun kerkverband, op 8 januari 2005, (waarschijnlijk) niet zullen instemmen met het voorstel om de ambten van ouderling en predikant open te stellen voor vrouwen.

Kerkredactie
24 November 2004 09:06Gewijzigd op 14 November 2020 01:55

Dat blijkt uit de stukken voor de voortgezette LV. Op een voortgezette LV zijn alle plaatselijke Ngk’s rechtstreeks vertegenwoordigd, elk met één afgevaardigde.

De LV van Lelystad sprak in juni -met 31 stemmen voor, 5 tegen en 3 onthoudingen- uit dat de hoofdconclusie van de commissie vrouwelijke ouderlingen en predikanten (VOP), dat de ambten van ouderling en predikant ook voor vrouwen kunnen worden opengesteld, bijbels verantwoord is. Zij besloot toen dat het al of niet instemmen met deze conclusie „een zaak van christelijke vrijheid is en dat deze openstelling daarom geoorloofd is, maar niet geboden.” Omdat het hier om een gewichtvolle zaak gaat, betrof het een voorlopig besluit, dat ter bespreking wordt voorgelegd aan de voortgezette LV, in januari. Deze vergadering kan het voorlopig besluit amenderen en daarna definitief maken of verwerpen.

Vijf kerken stelden in de achterliggende tijd een zogeheten ”Verklaring van gevoelen” op, zo blijkt uit de stukken: Breukelen, Gorinchem, Wezep, Zoetermeer en Zwolle (Zuiderkerk). De Nederlands gereformeerde kerk van Breukelen komt tot de conclusie „dat er op een andere manier naar dit onderwerp gekeken moet worden: meer in het licht van de gaven in de gemeente en van de wijsheid voor deze tijd. Mede vanwege de aard van dit gevoelen overwegen wij op dit moment ons te onthouden van stemming.”

De kerkenraad van Wezep spreekt als zijn gevoelen uit dat de conclusies van het rapport VOP „te omstreden zijn om er zulke vergaande beslissingen aan te verbinden als het openstellen van de regeerambten voor de zusters der gemeente, hetgeen een novum is in de geschiedenis van onze kerken”, dat de schriftuitleg in mindering wordt gebracht op het schriftverstaan en dat invoering van het besluit „onrust schept zowel binnen het eigen kerkverband als daarbuiten en verwijdering brengt tussen de NGK en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).”

Ook de kerkenraad van Zoetermeer meldt de eindconclusie van het rapport niet te kunnen onderschrijven. Hij pleit ervoor om „over deze onderwerpen verder te studeren in samenwerking met GKV en hopelijk ook CGK.” Het nu nemen van een definitief besluit zal, aldus de raad, „in veel, reeds binnen de kleine oecumene samenwerkende kerken, moeite en scheiding teweegbrengen. Het kan naar onze mening niet de wil van onze God zijn dat deze samenwerking, die vaak met veel moeite en na lange tijd van praten tot stand is gekomen, nu weer teniet wordt gedaan door zo’n eenzijdig genomen besluit.”

De kerkenraad van de Zwolse Zuiderkerk schrijft evenmin de vrijmoedigheid te hebben, „op grond van Gods Woord, zich uit te spreken voor openstelling van de ambten voor vrouwelijke ouderlingen en predikanten. Tevens is de kerkenraad van oordeel dat op pragmatische gronden een definitief besluit moet worden uitgesteld.” Hij doet een „dringend beroep” op de LV om „het aangeboden overleg met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt te honoreren en samen een weg te zoeken in deze moeilijke materie. Mede gezien het synodestandpunt van de Christelijke Gereformeerde Kerken verwachten wij dat de algemene openstelling van de ambten voor vrouwen een zware wissel zal trekken op de ontluikende samenwerking binnen het zogenaamde Ichtusoverleg in Zwolle.”

De kerkenraad van Gorinchem staat positief tegenover de openstelling van de ambten. Wel pleit hij voor de samenstelling van een „eenvoudig, goed leesbaar ’geschrift’, waar op heldere wijze uiteengezet wordt waarom wij als kerken een dergelijk besluit nemen (of namen) en op grond van welke bijbelse argumenten wij dat in 2004/2005 konden doen of hebben gedaan.” Dit met name met het oog op de „gewone gemeenteleden” voor wie de nu voorliggende rapporten en documenten „niet zo duidelijk leesbaar zijn en ook te veelomvattend zijn.”

Na 8 januari 2005, schrijft de kerkenraad, „de datum waarop de voortgezette Landelijke Vergadering vermoedelijk tot positieve besluitvorming komt ten aanzien van het openstellen voor alle ambten voor de zusters van de gemeente, komt de vraag op ons af op basis van welke bijbelplaatsen is besloten dat de plaats van de vrouw in de gemeente zo is dat zusters zeker ook ambtsdrager behoren te zijn. Dit in tegenstelling tot wat de kerk zo veel jaren daarvoor niet heeft beleden en toegepast.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer