Haten
Geliefden, bent u wel eens bedroefd geweest over de zonden? Doch nu vraag ik u: heeft u de zonden leren haten als het grootste kwaad? O, als u slechts een gezicht ontving van de heiligen op de berg van Sion, bekleed met de gerechtigheid van Christus, en als u tevens een gezicht kreeg van de schrik des Heeren, dan zou u weten dat het een bittere en verschrikkelijke zaak is om van de levende God af te wijken. U zou de zonden haten als de pest! Waar zo weinig een haten van de zonden wordt gevonden, is het een bewijs dat u tot Hem niet wilt komen.Die een verzoening voor de zonden is, kwam om een verzoening te zijn voor hen die ziek en krank van zonden zijn. Overdenk eens hoe weinig mensen bereid zijn de zonden te verzaken. Er zijn veel mensen die overtuigd zijn van hun zonden en ze ook betreuren, maar nochtans de zonden niet kunnen verlaten. Het is voor velen een zoete beker en zij willen er uit drinken, ook al zal het hun dood zijn. Velen zijn door deze zonden aangetast en zijn een walg voor Gods volk geworden.
Dit alles zegt dat u niet bereid bent om tot Christus te komen, want wie zijn zonden verlaat, zal barmhartigheid ontvangen. Doch u, die besloten heeft om niet alle zonden te verlaten, u bedriegt uzelf. O, wee mij, om Schotlands wil deze dag, vanwege haar openbare zonden. Eenmaal zal dit woord tegen u getuigen.
Richard Cameron, predikant in Schotland, 17e eeuw (In tijden van vervolging)