Opinie

Doen alleen van waarde als vrucht van geloof

Geloven en doen horen bij elkaar, mits het laatste het gevolg is van het eerste. „Maak de boom goed en zijn vrucht goed”, zegt de Heere Jezus. En ook: „Een kwade boom kan geen goede vrucht voortbrengen.”

Ds. J. Blom
10 September 2021 20:59
„Een rank kan geen vruchten dragen als ze niet in de wijnstok blijft.” beeld RD, Sjaak Verboom
„Een rank kan geen vruchten dragen als ze niet in de wijnstok blijft.” beeld RD, Sjaak Verboom

De HGJB, jeugdorganisatie van de Gereformeerde Bond, heeft voor het komende seizoen als thema ”Geloven is doen” gekozen. Dat ”geloven” en ”doen” wat met elkaar te maken hebben, is vanuit de Bijbel zeker wel duidelijk. Denk aan een uitspraak van Jakobus: „Het geloof zonder de werken is dood.” Jakobus wil zeggen: Als er geen goede werken zijn, wat stelt het geloof dan nog voor?

Op de vraag „wie is mijn naaste?” antwoordt de Heere Jezus met de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Er ligt een man half doodgeslagen aan de kant van de weg. Een priester en een leviet gaan met een grote boog aan hem voorbij. Die kunnen ons niet tot een voorbeeld zijn. Maar de Heere Jezus stelt de Samaritaan, die zich over de man ontfermt en hem verzorgt, tot een voorbeeld.

Vrucht

Het gaat me dus niet om de vraag of geloven en doen wat met elkaar te maken hebben. Je kunt echter niet zeggen: geloven is doen. Daar staat geen isgelijkteken tussen. Dan zou je het namelijk ook kunnen omdraaien: doen is geloven. Natuurlijk is het prachtig als mensen de helpende hand uitsteken naar hun medemens in nood. Maar dat moet je niet vereenzelvigen met geloven. Er is heel veel ”doen” dat niet uit het geloof voortkomt. En al wat uit het geloof niet is, is zonde.

De Heere wil daarmee zeggen: geloven is nummer één. Je moet niet beginnen met doen, maar met geloven. Als het goed is, komt het doen daaruit voort. Als een vrucht. De Heere Jezus zegt: „Maak de boom goed en zijn vrucht. Een kwade boom kan geen goede vrucht voortbrengen.” Dus als we elkaar willen brengen tot het doen van goede werken, dan moeten we ons wel afvragen hoe dat dan gaat. Een rank kan geen vruchten dragen als ze niet in de wijnstok blijft. „Alzo ook gij niet”, zegt de Heere Jezus, „zo gij in Mij niet blijft. Maar zo gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, zo draagt gij veel vrucht.” Het andere is echter ook waar: alle rank die geen vrucht draagt, neemt Hij weg.

Gevangenisbewaarder

Waarom is het zo belangrijk dat wij het juiste inzicht hebben in de verhouding tussen geloven en doen? Omdat de Heere ons in de eerste plaats vraagt of er geloof is. Dan gaat het om een waar geloof in de Heere Jezus Christus. Tegen de gevangenisbewaarder die zich van het leven wilde beroven, zei Paulus: „Doe uzelf geen kwaad, want wij zijn allen hier.” En toen hij vroeg: „Wat moet ik doen om zalig te worden?” antwoordde Paulus: „Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huis.” Hij kwam in diezelfde nacht tot geloof en hij en zijn huisgezin werden gedoopt. Daarna nam hij Paulus en Silas in zijn huis en waste hij hun striemen. Daar heb je het ”doen” als vrucht van zijn geloof in de Heere Jezus.

Kolossale ontdekking

We moeten nog een stapje verder gaan. Dat Paulus dit zo zei, kwam natuurlijk voort uit de kolossale ontdekking die hij had gedaan. Hij had al van alles ”gedaan” en meende daardoor zalig te kunnen worden. Maar toen de Heere Jezus aan hem verscheen op de weg naar Damascus, kwam hij erachter dat al zijn doen „schade en drek” was. Van nul en gener waarde. Erger nog: al zijn doen was tegen Christus. Daarmee kon hij in het gericht van God niet bestaan. Alleen geloof in de Heere Jezus Christus is daarvoor nodig. Van alles afzien en alleen tot Hem vluchten, op Hem vertrouwen, Hem aanroepen. Zo word je gered van al je vuile zonden.

Beproefd

In de Romeinenbrief en de Galatenbrief heeft Paulus het nader uit de doeken gedaan. Met name tegen de Joden, maar ook tegen de christenen die dachten dat het toch vooral om ”doen” gaat. Je laten besnijden, de spijs- en offerwetten houden, enzovoort. Paulus vraagt: Waardoor werd Abraham vrijgesproken in Gods gericht? Door zijn goede werken? Door zijn ”doen”? Nee, door zijn geloof. Dat gebeurde toen de Heere hem vroeg de sterren te tellen. Zo talrijk als de sterren aan de hemel zou Abrahams nageslacht zijn. En Abraham geloofde God en God rekende het hem tot gerechtigheid. Hij deed niets, geloofde alleen. Uit het tekstverband is wel duidelijk dat dit geloof uit God was. Later werd Abrahams geloof wel op de proef gesteld. Dat gebeurde toen hij Izak moest gaan offeren.

Het gaat erom dat we dat geloof van Abraham hebben en in de praktijk van ons leven beoefenen. Daardoor worden we zalig. Als dat geloof er niet is, zijn we rampzalig.

De auteur is hervormd emeritus predikant te Ridderkerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer