Commotie in Kamerdebat om beweringen FVD-Kamerlid Van Meijeren
In de Tweede Kamer is flinke commotie ontstaan over beweringen die het Kamerlid Gideon van Meijeren (Forum voor Democratie) deed over het coronabeleid en daarbij de Tweede Wereldoorlog aanhaalde. Kamervoorzitter Vera Bergkamp onderbrak het debat in de grote zaal enkele keren om Van Meijeren tot de orde te roepen. Ze vond de uitlatingen „kwetsend”.
Van Meijeren zei onder meer dat mensen die niet zijn gevaccineerd tegen het coronavirus nu hetzelfde overkomt met allerlei beperkingen als destijds de Joodse gemeenschap.
Het debat gaat over agressie en geweld tegen journalisten. De hele Kamer maakt zich daar zorgen over. Maar Van Meijeren benadrukte juist dat de gevestigde media zich schuldig maken aan desinformatie en nepnieuws, onder meer over „het coronaschandaal”. Hij vindt dat een groot deel van de journalisten daarom „tuig van de richel” is, zoals PVV-leider Geert Wilders eerder al had getwitterd. VVD-Kamerlid Ingrid Michon-Derkzen stelde daarop dat Van Meijeren daarmee „direct bijdraagt aan de bedreigingen van journalisten”.
Demissionair justitieminister Ferd Grapperhaus liet aan het begin van zijn bijdrage weten dat hij zich „gestoord” had aan de uitlatingen van Van Meijeren. „Dit gaat wat mij betreft echt alle perken te buiten.” De minister vindt „elke vergelijking met het leed dat in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, en al helemaal met de Jodenvervolging, smakeloos en getuigen van een volstrekt gebrek aan kennis en fatsoen.”
Grapperhaus las Van Meijeren ook de les omdat het FVD-Kamerlid de dichtregel „een volk dat voor tirannen zwicht” aanhaalde, geschreven door verzetsleider en medeoprichter van Vrij Nederland Henk van Randwijk. Ook dat vond hij een ongepaste verwijzing naar de oorlogsjaren. De minister stelde dat FVD door steeds die vergelijking te maken, voorbijgaat aan „het volstrekt misdadige karakter van het naziregime”. Hij benadrukte ook dat het kabinet alleen kan regeren bij de gratie van een democratisch gekozen parlement.