Lichte luchtvervuiling kan sterfterisico al verhogen
Ook relatief lichte luchtvervuiling, die binnen de officiële normen blijft, veroorzaakt vermoedelijk gezondheidsschade en zou weleens kunnen leiden tot een hoger sterfterisico bij mensen die er veel aan worden blootgesteld. Tot die conclusie komen onderzoekers van de Universiteit Utrecht. „Er komen steeds meer aanwijzingen dat de huidige verontreinigingsnormen ontoereikend zijn en moeten worden herzien”, aldus de universiteit.
In de studie werd gekeken naar gegevens van ruim 325.000 mensen uit zes Europese landen, waaronder Nederland. Deelnemers uit gebieden waar de concentraties fijnstof, stikstofdioxide en zwarte koolstof hoger waren, bleken cijfermatig een grotere kans te lopen om te overlijden. Dat is zelfs zo bij „lage tot zeer lage concentraties”, die binnen de normen blijven van de Europese Unie, de Verenigde Staten en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Onder mensen die langdurig werden blootgesteld aan minder dan de helft van de hoeveelheid stikstofdioxide die volgens de Europese regels in de lucht mag zitten (40 microgram per kubieke meter), bleek de natuurlijke sterfte bijna 10 procent hoger te liggen dan bij mensen die dag in dag uit schonere lucht inademden. Een toename van 5 microgram fijnstof per kubieke meter bleek verband te houden met een toename van 13 procent in de natuurlijke sterfte. En 10 microgram stikstofdioxide meer duidde op 8,6 procent meer sterfte.
Het gaat hier om correlatie, een statistisch verband, tussen luchtvervuiling en sterfte. Naar doodsoorzaken hebben de wetenschappers geen nader onderzoek gedaan, dus ze kunnen niet met zekerheid zeggen dat luchtvervuiling echt dé oorzaak was van het hogere aantal sterfgevallen. Ze denken echter dat dit verband er wel degelijk is.
„Onze studie draagt bij aan het bewijs dat buitenluchtverontreiniging geassocieerd is met sterfte, zelfs bij niveaus die onder de huidige Europese en Noord-Amerikaanse normen en de richtwaarden van de WHO liggen”, aldus professor Milieu-epidemiologie Bert Brunekreef. De bevindingen, die zijn gepubliceerd in vakblad BMJ, vormen volens hem „een belangrijke bijdrage aan het debat over de herziening van de grenswaarden, richtlijnen en normen voor luchtkwaliteit”.