Gotovina deze zomer nog in Kroatië gezien
De Kroatische generaal Gotovina, die de Kroatische regering niet kan vinden, is afgelopen zomer nog in Kroatië gezien. Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het Joegoslavië–Tribunaal heeft dat dinsdag verklaard voor de VN–Veiligheidsraad in New York. Het VN–hof zoekt Gotovina wegens oorlogsmisdaden.
Volgens de Zwitserse kan dus worden betwijfeld of Kroatië echt serieus op zoek is naar Gotovina, zoals de regering in Zagreb beweert. Ook zijn er „sterke aanwijzingen" dat het netwerk van helpers dat „nationale held" Gotovina uit handen van justie wil houden, vertakkingen heeft „binnen de structuren van de staat", aldus Del Ponte.
Zodra Gotovina in Den Haag is, kan worden gezegd dat Kroatië „volledig meewerkt" met het tribunaal, aldus Del Ponte. Die volledige medewerking is een voorwaarde voor verdere toenadering van Kroatië tot de EU en de NAVO. De druk van de internationale gemeenschap in deze mag volgens Del Ponte niet afnemen. Anders zou dat worden „opgevat als een signaal" dat de internationale gemeenschap geen interesse meer heeft om de belangrijkste leiders die verantwoordelijk zijn voor de ernstigste misdaden, terecht te laten staan voor het Joegoslavië–Tribunaal.
De hoofdaanklaagster noemde voor de Veiligheidsraad nog eens de drie voortvluchtige „sleutelverdachten" op: Radovan Karadzic, Ratko Mladic en Ante Gotovina. Het tribunaal heeft de twee Bosnische Serviërs Karadzic en Mladic aangeklaagd wegens onder meer de genocide van Srebrenica, Gotovina wegens oorlogsmisdaden tegen Kroatische Serviërs.
Meteen na Karadzic en Mladic noemde Del Ponte de resterende voortvluchtige Srebrenica–verdachten: Borovcanin, Pandurevic, Popovic en Nikolic. Zij zei te hopen dat de verdachten de „komende maanden" worden opgepakt en herinnerde eraan dat in 2005 de tiende verjaardag van de genocide van Srebrenica zal worden herdacht. „Als de internationale gemeenschap de volkenmoord niet kon voorkomen, zou zij tenminste niet moeten toelaten dat deze misdaad niet wordtgestraft."