Val van Afghanistan les voor Taiwan-beleid EU
Ogenschijnlijk heeft de val van Afghanistan weinig te maken met de Chinese dreiging richting Taiwan. Maar een nadere beschouwing leert dat er wel degelijk belangrijke dwarsverbanden zijn, die de aandacht van de Nederlandse politiek vereisen.
In de eerste plaats heeft de regering in Peking de ontwikkelingen in Afghanistan aangegrepen om jegens Taiwan een propagandacampagne te starten in de richting van: „Zie je wel, de Amerikanen zijn onbetrouwbaar: je kunt je beter naar onze wensen schikken.” De Taiwanezen laten zich door dergelijke taal niet intimideren. Voor hen zijn de Chinezen juist onbetrouwbaar en repressief: wat er de afgelopen jaren in Tibet, Xinjiang en Hong Kong is gebeurd, is voor de Taiwanezen een heel duidelijke indicatie van de ware aard van het regime in Peking. En zij zijn niet van plan hun vrijheid en democratie op te offeren aan de mooie beloften van Peking.
Al met al heeft de val van Afghanistan ons toch met de neus op het feit gedrukt dat we als Europa op een dergelijke afstand weinig invloed hebben. We hebben het geprobeerd door bij te dragen aan vredesoperaties, door de opbouw van het maatschappelijke middenveld en dergelijke. Maar uiteindelijk bleek dit niet bestand tegen de opmars van de taliban.
Hightech
In Taiwan is de situatie heel anders. Daar heeft de bevolking zelf in de jaren 80 en 90 hard gewerkt om vrijheid en democratie te bewerkstelligen. Sinds begin jaren 90 is het een volledig vrije en open democratie, die zich kan meten met onze democratische instellingen.
Ook is Taiwan van groot economisch en strategisch belang. Het is qua omvang de zevende handelspartner van de EU in Azië, met een totale wederzijdse handel in 2018 van 50,5 miljard euro. Dat is meer dan twee keer zoveel als de handel met Indonesië en meer dan drie keer zoveel als die met de Filipijnen. Meer dan 50 procent van de geavanceerde chips die wereldwijd in auto’s en computers worden gebruikt, wordt vervaardigd door één Taiwanees bedrijf, TSMC. Taiwan heeft dus een sleutelpositie in de wereldwijde hightech-toeleveringsketen.
Taiwan is ook van strategisch belang. Het ligt aan de grote Oost-Aziatische scheepvaartroutes. Daarom is een vrij en open Taiwan essentieel voor de economische levenslijnen van Zuid-Korea, Japan en de landen van Zuidoost-Azië. Als China Taiwan zou innemen, zou het niet aarzelen om te proberen het Chinese politieke dictaat op te leggen aan die naties en deze lijnen af te knijpen.
Daarom is het van groot belang dat wij in Europa, samen met de VS, stappen ondernemen om de betrekkingen met Taiwan te versterken.
Ten eerste moet het glashelder worden gemaakt aan de leiders in Peking dat elke poging om de geschillen met militaire middelen op te lossen (inclusief blokkades en zogenoemde grijze-zone-operaties) het einde zal betekenen van ”business as usual” en ernstige gevolgen zal hebben voor zowel de politieke als de handelsbetrekkingen tussen de EU en China.
Hoewel de meeste landen in de EU een ”één-China-beleid” hebben, is er in de tweede plaats meer dan voldoende speelruimte om de informele betrekkingen met Taiwan te intensiveren. Tsjechië en Litouwen leren ons dat kleine landen bestand zijn tegen Chinese druk. Ze laten zich niet intimideren door blufpoker uit Peking.
Op de proef
Ten derde is het essentieel dat Europa zijn standpunt nauw afstemt met dat van de Verenigde Staten. Door hun militaire aanwezigheid in Oost-Azië hebben de VS de afgelopen decennia de vrede en veiligheid kunnen handhaven. Maar het steeds agressievere gedrag van Peking, bijvoorbeeld in de Zuid-Chinese Zee en de Oost-Chinese Zee, begint de positie van de VS op de proef te stellen. Samen met Japan, Zuid-Korea, Australië, Nieuw-Zeeland en andere gelijkgestemde landen in de regio kan Europa die stabiliteit op langere termijn handhaven.
In de vierde plaats werd het EU-beleid ten aanzien van China te veel gedomineerd door de economische belangen van de grotere partners, Duitsland en Frankrijk. Met name een aantal kleinere landen in Midden- en Oost-Europa dringt nu aan op een meer op normen en waarden gebaseerd beleid, waarin respect voor mensenrechten en democratie voorop staan. Landen als Tsjechië en Litouwen zien parallellen met de dreiging van een groot communistisch buurland tegenover een klein democratisch land. Ze zijn ervan overtuigd dat wij als Europa meer kunnen doen om Taiwan te steunen in de zoektocht naar een plek onder de zon.
De EU kan, ten vijfde, als blok veel meer doen aan ondersteuning van de deelname van Taiwan aan internationale organisaties, zoals de WHO, ICAO en VN. Als we waarde hechten aan democratie, moeten we veel krachtiger terugduwen als het gaat om de irrationele en vaak kinderachtige pogingen van China om Taiwan uit te sluiten van de internationale gemeenschap.
Baken voor democratie
De val van Afghanistan heeft ons laten zien hoe weinig invloed we als Europa vaak hebben in verre gebieden. Maar Taiwan is niet alleen van groot economische belang voor ons. Het is ook een baken voor de democratie in Azië en van strategisch belang voor Oost-Azië. Het is dus zaak dat we collectief veel meer doen om de banden met het land en het Taiwanese volk veel nauwer aan te trekken.
De auteur is een voormalige Nederlandse diplomaat. Hij doceert geschiedenis van Taiwan aan de George Mason Universiteit en actuele vraagstukken in Oost-Azië aan de George Washington Universiteit.