Corona als kluitenbreker om de hemel te kunnen zaaien
Nederland gaat pakweg anderhalf jaar gebukt onder de coronacrisis en steeds vaker klinkt het geluid dat we ermee moeten leren leven. Wat betekent dat voor de boodschap die God met deze crisis wil laten klinken?
Anderhalf jaar geleden, op 4 maart 2020, waren er in Nederland welgeteld 23 mensen besmet met het coronavirus. De onrust steeg met de dag. Op 6 maart maakte de toenmalige minister voor Medische Zorg, Bruno Bruins, bekend dat in Nederland de eerste patiënt was overleden, een 86-jarige man uit de Hoeksche Waard. Rond biddag, 11 maart, waren er 500 besmettingen en een dag later ging de eerste fase van de lockdown in.
Inmiddels leeft Nederland toe naar de persconferentie van 20 september in de hoop dat premier Rutte dan het einde aankondigt van de anderhalvemetersamenleving. Terug naar het oude normaal, daar verlangt het volk naar. Maar al geruime tijd klinkt het geluid dat corona een blijvertje is en dat we ermee moeten leren leven. De pandemie wordt een endemie, een ziekte die tot in lengte van jaren blijft circuleren in bepaalde streken of onder sommige delen van de bevolking. Het vakblad Nature bevroeg begin dit jaar meer dan honderd vooraanstaande immunologen en negen van de tien zijn ervan overtuigd dat het coronavirus voorlopig niet uit te bannen is. Ze verwachten dat er van tijd tot tijd uitbarstingen zullen zijn, bijvoorbeeld in gebieden met een lage vaccinatiegraad, zoals nu het geval is in de gemeente Nunspeet.
Verootmoediging
Intussen heeft corona onze samenleving tot in de wortels aangetast en ook in de gereformeerde gezindte veel verwarring veroorzaakt. Onenigheid over de ernst van de ziekte, geloof in complottheorieën, gefoeter op de overheid, verdeeldheid over de maatregelen voor de kerken, uiteenlopende opvattingen over alternatieve behandelingen en grote meningsverschillen over vaccinatie.
Daarom mag na anderhalf jaar ook de vraag gesteld worden wat er toch gebeurd is met al die ernstige oproepen tot verootmoediging en bekering. Vanaf biddag 2020 verschenen er honderden bezinnende artikelen in kerkbladen, nieuwsbrieven en in het Reformatorisch Dagblad, naast een tiental brochures en ook enkele boeken. Steeds klonk de vraag wat christenen hebben geleerd van deze epidemie. Of die roepstem ons op de knieën heeft gebracht. Dat er geen Great Reset nodig is maar een hartelijke bekering.
Tegelijkertijd klonken er bezwaren tegen deze duiding. Maakt dit God niet tot een wrede tiran? Als ‘westerse’ zonden –abortus, euthanasie en homohuwelijk– de oorzaak zijn, waarom sterven er dan ook mensen in derdewereldlanden die zulke zonden veroordelen? Is het niet te gemakkelijk om corona een oordeel van God te noemen, zodat de mens niet zelf verantwoordelijk is voor het omgaan met de schepping en dus zijn gedrag niet hoeft aan te passen? Is het geen inlegkunde om de pandemie te beschouwen als een van de plagen uit het boek Openbaring?
Bovenop al deze vragen verscheen deze week een eerste resultaat van het onderzoek van Tobias Cinjee, die aan de Vrije Universiteit zeventig duidende artikelen rond corona heeft geanalyseerd. Daarin wordt de crisis inderdaad steeds getypeerd als „een roepstem of oordeel van God die moet leiden tot ware bekering van zonde en verlossing door een weg van ootmoed, gebed en (terugkeer naar) geloof.” Cinjee constateert echter dat de auteurs zelden een verband leggen met concrete morele zonden die een relatie hebben met de pandemie, zoals de verstoorde omgang met de natuur en extreme globalisering. Met andere woorden: er wordt wel gesproken over laaghangende oordelen, maar niet hóé de mens daaronder zou moeten buigen en met wélke zonden hij moet breken om die oordelen af te wenden. Cinjee stelt vast dat hierover nog veel theologische vragen beantwoord moeten worden.
Inderdaad. Maar de eerste vraag moet dan zijn of de mens hier niet wat meer bescheidenheid past. God veroordeelt in Jeremia 23 zogenaamde profeten die precies menen te weten wat Zijn wijze bedoeling is. Prof. dr. M. J. Kater waarschuwde christenen ervoor dat ze zichzelf niet moeten overschreeuwen. „God is zo veel groter dan wij zijn. Moet Hij, als wij gaan duiden, soms niet zeggen: Wat weet je daar nu eigenlijk van?”
Het achterliggende jaar heeft ook geleerd dat er onder reformatorische christenen veel verschil van mening is over de ernst van corona. Het is een van de listen van satan om verwarring te zaaien, niet alleen in de vorm van complottheorieën maar ook bij het duiden van Gods voorzienigheid. Ook dat is reden tot voorzichtigheid.
Gods brandweerlieden
Daar staat tegenover dat de God mensen wel degelijk oproept om te letten op de tekenen der tijden. De profeet Micha roept het volk Israël toe: „Hoort de roede (de straffen, de plagen) en Wie ze besteld heeft.” Hoe moeilijk dat duiden van die straf is, beschrijft de puriteinse theoloog Samuel Rutherford in zijn preken over de Kananese vrouw. Rutherford maakte in het Schotland van de zeventiende eeuw heftige vervolgingen mee. „Wij zien amper wat God in deze oorlog aan het doen is; wij worden door God in het donker geslagen. (…) De duivel knipt soms het patroon en onze wijze Heere naait de stof aan elkaar.” Daarom ontbreekt het een christen vaak aan het juiste zicht op de reden waarom God deze straffen zendt. Rutherford noemt een voorbeeld: „De verdeeldheid in de kerk is een zwaardere plaag dan het woedende zwaard.”
Ook Jezus heeft Zijn discipelen opgeroepen om de tekenen der tijden te verstaan, onder andere in Lukas 21. Corona past zonder twijfel in de reeks aan gebeurtenissen in de aanloop naar de wederkomst van Christus: oorlogen, aardbevingen, hongersnoden en ernstige ziekten. Bij elk van deze tekenen vallen veel voorbeelden te noemen en artikelen te schrijven. Christus maant echter om te letten op het doel ervan en te beseffen dat het Koninkrijk van God nabij is. Rutherford: „Verdrukkingen drijven ons uit om God te zoeken, zij zijn als Gods brandweerlieden. Ze zijn Zijn gehuurde arbeiders, die worden uitgezonden om de kluiten te breken en Christus’ land te ploegen, opdat Hij daar de hemel kan zaaien.”
Anderhalf jaar lang ging het dagelijks –ook in het Reformatorisch Dagblad– over corona. Anderhalf jaar anderhalvemetersamenleving. Wat zou er gebeurd zijn als mensen zich zó hadden ingespannen voor het heil van hun ziel als nu is gebeurd voor het beschermen van hun lichaam?