Altijd de blik op de weg
Nieuw asfalt. Goede bewegwijzering. Onderhoud van sluisdeuren. Familiebedrijf Van Doorn houdt zich bezig met alle buitenruimte in ons land. Algemeen directeur Barend van Doorn (64) kijkt zelfs op de snelweg nog inspecterend om zich heen. „De bermen moeten hier nodig worden gemaaid.”
Het is iets na negen uur in de ochtend en de hybride Mercedes van Van Doorn zoeft over de A2. Op weg naar twee inspectieafspraken. De algemeen directeur is al een paar uur aan het werk, want vanochtend om zeven uur stond zijn eerste overleg op de planning. „Met een paar projectleiders, om te praten over het onderhoud van de bermen. Het gras groeit flink met al die regen van de afgelopen tijd. Dat betekent dat we meer moeten maaien.”
Van Doorn schat in dat hij zo’n 70 procent van de tijd kwijt is aan vergaderen en overleggen met collega’s of opdrachtgevers als Rijkswaterstaat, provincies of bedrijven. De andere 30 procent brengt hij buiten door. Bijpratend met managers op andere locaties of inspectiebezoeken afleggend. „Ik rijd zo’n 40.000 kilometer per jaar.”
Het familiebedrijf Van Doorn uit Geldermalsen is opgericht in 1963 en werd in 1994 overgenomen door de tweede generatie, Barend van Doorn en zes van zijn neven en broers. Vandaag de dag bestaat de directie uit drie Van Doornen en een Duel. Samen zijn de mannen verantwoordelijk voor het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van (bedrijfs)terreinen, infrastructuur en groenvoorzieningen in Nederland en België.
De route naar zijn afspraken kent Van Doorn op zijn duimpje, dus blijft er tijd over om de omgeving van de snelweg grondig te inspecteren. Staan de verkeersborden recht? Zijn de goten langs de weg leeg? Hoe zit het met de bermen? „Je zou me een vakidioot kunnen noemen. Als er tijd over is, rijd ik ook vaak even over een parkeerplaats langs de weg om te checken of alles er netjes uitziet.” Die tijd heeft hij nu niet, want om tien uur staat er een afspraak gepland met projectmanager Werner Weeink bij de bedrijfsvestiging in Best.
Brug
Aan de muur van het kantoor in Best hangt een grote kaart met een overzicht van alle kanalen in Brabant en Noord-Limburg. De gele en roze gemarkeerde kanalen vallen onder de verantwoordelijkheid van het bedrijf. „We doen alles: van het netjes houden van de oevers, het onderhoud van de zandpaden, tot het renoveren van de sluisdeuren”, zegt verantwoordelijk projectmanager Weeink.
Samen met Van Doorn praat hij kort bij over een aantal zaken die spelen. Er is een project dat net iets meer geld kost dan verwacht („Maar dat moet in het budget passen”). Er moeten nieuwe collega’s worden aangenomen („We hebben twee geschikte mannen op het oog”). En er is wat onduidelijkheid over een nieuwe proef met het gebruik van kokend water voor onkruidbestrijding („Nog niet alle werknemers zijn overtuigd van het nut”).
Een kopje koffie later komen de veiligheidsschoenen, de gele bouwhelmen en de oranje hesjes op tafel. Tijd om bij twee projecten te gaan kijken. Maar eerst loopt de directeur nog even naar boven, om met de collega’s daar bij te praten. Later in de auto: „Ik ben ooit buiten begonnen en kan nog steeds erg genieten van het contact onderling.”
Na een hobbelige rit over een zandweg arriveert de auto bij het Wilhelminakanaal in Lieshout. In de berm staat een auto met een laadbak vol heggenscharen en ander gereedschap geparkeerd. De mannen in oranje hesjes zijn net klaar met het bijknippen van de planten op de oever. Er wordt wat geklaagd over een waterplant die zo hard groeit dat er elke week een meter bij komt. „Daar valt niet tegenop te knippen joh.”
Van Doorn checkt de gereedschappen en materialen en loopt een lijstje met veiligheidsvoorschriften langs. Alles is in orde. De mannen grappen wat over werknemer Johnny, die net zijn veertigjarig jubileum bij het bedrijf heeft gevierd. „Dat komt wel in de krant toch?”
Een kilometer verderop zijn andere werknemers van het bedrijf bezig met onderhoud van het wegdek over de brug Deense Hoek. Ook hier neemt de directeur even een kijkje.
Ter plaatse praat coördinator Dennis van As hem bij over de stand van zaken. In een week tijd moet het asfalt zijn vervangen, maar er is een beetje vertraging. „Gisteren ontdekten we bij het weghalen van de oude laag wat schade”, zegt Van As terwijl hij naar de grond wijst. „Zie je die strepen? Die moeten we eerst wegwerken.”
Niet getreurd: de vertraging valt te overbruggen. „We hebben gisteravond tot zeven uur doorgewerkt, dus het moet goed komen.”
Na –alweer– een kop koffie, deze keer in de keet, rijdt Van Doorn tevreden terug naar de hoofdlocatie van het kantoor in Geldermalsen. Maar eerst een broodje bij La Place halen. Op de parkeerplaats spot hij een aantal overvolle prullenbakken. „Even een foto maken hoor. Dan ga ik straks checken hoe dat kan.”