E. wist zichzelf uit de auto te bevrijden en de kade op te klimmen. Hij werd met een steekwond in de hartstreek afgevoerd naar een ziekenhuis. Hij weigerde aanvankelijk met de politie te spreken. Pas uren later werd duidelijk dat hij met een vrouw in zijn auto had gezeten. De auto werd opgespoord met een sonarboot en met het lichaam van het slachtoffer uit het water getakeld.

E. heeft verklaard dat hij door Adler was gestoken tijdens een ruzie, waarop hij het mes zou hebben bemachtigd en haar uit zelfverdediging terug zou hebben gestoken. Het OM gelooft dit verhaal niet. De man heeft zichzelf gestoken, aldus de officier. In twee eerdere relaties zou hij dat ook hebben gedaan. „Dat is geen toeval meer, dat is een patroon.”

E. zou niet hebben kunnen verkroppen dat Adler de relatie definitief wilde beëindigen. Door de auto het water in te rijden zou hij zelfmoord hebben willen plegen. Volgens justitie zijn daar tal van aanwijzingen voor, ook voor de stelling dat hij dat op die manier wilde doen. Voorafgaand aan het gewelddrama had E. veel gedronken, in de Rotterdamse animeerbar waar het slachtoffer werkte.

Voor een vooropgezet plan de vrouw te doden (moord) acht het OM het bewijs niet toereikend, voor doodslag wel. E. heeft „vol opzet” gehad Adler van het leven te beroven, aldus justitie.

E. weigerde mee te werken aan een persoonlijkheidsonderzoek in het Pieter Baan Centrum (PBC). Niettemin stelden de gedragsdeskundigen meerdere stoornissen vast, die een behandeling in een tbs-kliniek noodzakelijk maken. Het gevaar dat E. door relatieproblemen opnieuw zeer gewelddadig zou worden, is volgens het PBC groot. Het OM deelt die opvatting.

De advocaat van E. uitte in zijn pleidooi forse kritiek op zowel het onderzoek van de politie als dat van het PBC. Hij meent dat de rechtbank E.’s verklaring over zelfverdediging voor waar moet aannemen en daarom niet tot een veroordeling kan komen.

Uitspraak op 17 september.