ABN AMRO: economie groeit dit jaar met bijna 4 procent
De Nederlandse economie gaat in de komende kwartalen weer terug naar een normaal tempo van groei, voorspelt ABN AMRO in een nieuwe analyse. Volgens de bank groeit de economie dit jaar met 3,9 procent ten opzichte van vorig jaar. Komend jaar is die groei nog maar 2,8 procent. Eerder rekenden de economen van ABN AMRO voor dit jaar nog op een lagere groei, maar voor 2022 op een hogere.
Die omslag schrijft de bank toe aan het optreden van economisch herstel. Daardoor wordt groei minder vanzelfsprekend. Dat geldt bijvoorbeeld voor de handel met het buitenland, omdat bedrijven daar ook herstellen, waardoor overschotten op de lopende rekeningen weer toenemen tot pre-corona-niveaus. Ook wordt de „stevige inhaalgroei” van consumptie en uitvoer die de afgelopen maanden inzette na het versoepelen van coronamaatregelen de komende maanden minder, verwacht ABN AMRO.
Met name consumptie en uitvoer groeiden fors in het tweede kwartaal, onder meer doordat mensen er meer op uit gingen. Daardoor steeg het bruto binnenlands product (bbp) volgens de bank in het tweede kwartaal met 3,1 procent. In dezelfde periode vorig jaar kromp het bbp nog met 0,8 procent. Consumptie kende in deze maanden, op vorige zomer na, de sterkste groei in een kwartaal ooit, aldus de bank. Ten opzichte van dezelfde periode in 2020, toen de pandemie net was uitgebroken, groeide het bbp zelfs met 10 procent.
De lagere groei volgend jaar komt volgens ABN AMRO ten dele doordat huishoudens minder consumeren omdat ze meer naar het buitenland gaan. Ook lijkt de positieve stemming van consumenten over het hoogtepunt heen te zijn. Verder denkt de bank niet dat huishoudens hun extra spaargeld gaan besteden. Dat ligt aan de scheve verdeling van spaargeld. Rijkere huishoudens konden meer sparen dan armere. En het spaargeld wordt waarschijnlijk niet uitgegeven in de hardst geraakte sector, de dienstensector, denkt de bank.
De bank ziet nog risico’s voor het herstel, waaronder de verspreiding van de Delta-variant, krapte op de arbeidsmarkt en aanhoudende problemen in de internationale logistiek die door de coronacrisis zijn ontstaan.