Iran zegde op 6 november in Parijs toe zijn uraniumverrijkingsprogramma te bevriezen in het kader van een overeenkomst met Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland.

Een Iraanse regeringswoordvoerder zei dat de duur van de opschorting afhankelijk is van „het nakomen van beloften door de andere partij.”

De bestuursraad van het IAEA komt donderdag in Wenen bijeen. Nu Iran zich aan zijn belofte heeft gehouden, zal de bestuursraad er waarschijnlijk van afzien om het Iraanse dossier voor te leggen aan de VN-Veiligheidsraad, zoals door Washington wordt bepleit. De Veiligheidsraad kan Iran sancties opleggen.

„Ik hoop dat het waar is”, zei de Amerikaanse president George Bush in een reactie vanuit Colombia, waar hij op bezoek is. „Het lijkt alsof er enige vooruitgang is. Maar om te bepalen of dat waar is, moet er verificatie zijn.”

Hoewel Iran formeel op grond van het non-proliferatieverdrag niet verplicht is zijn uraniumverrijking te stoppen, is Teheran onder grote internationale druk gezet om als gebaar van goede wil het programma te bevriezen.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, zei maandag dat als Iran op het akkoord terugkomt, de EU zich het recht voorbehoudt de Verenigde Naties er alsnog bij te betrekken.

Volgens IAEA-experts heeft Iran de afgelopen dagen koortsachtig gewerkt aan de productie van een aanzienlijke hoeveelheid uraniumhexafluoridegas, de grondstof voor uraniumverrijking. Laagverrijkt uranium wordt gebruikt voor de productie van kernenergie, hoogverrijkt uranium voor kernkoppen.