„Inhalen tienduizenden operaties duurt zeker tot ergens volgend jaar”
Ziekenhuizen moeten maar liefst 170.000 tot 210.000 operaties zien in te halen, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit berekend. „Dat gaat ze niet voor het eind van dit jaar lukken.”
Het gaat met name om operaties voor staar, heup- en knievervanging, liesbreuken, spataderen en bij vrouwen met incontinentieklachten of een verzakking.
„We verwachten vooral dat het uitstel voor veel ongemak heeft gezorgd, maar in mindere mate heeft geleid tot gezondheidsschade en verlies van levensjaren”, verklaart Erik Bloem, woordvoerder van de Nederlandse Zorgautoriteit. „Het positieve uit ons rapport is dat urgente zorg –behandelingen die geen uitstel kunnen leiden– veelal is doorgegaan. Behalve in maart vorig jaar, toen vrijwel de hele ziekenhuiszorg stillag.”
In totaal hebben ziekenhuizen sinds maart vorig jaar 340.000 tot 380.000 minder operaties dan gebruikelijk verricht. Ongeveer de helft daarvan hoeft echter niet te worden ingehaald. Zo hebben door de lockdown minder mensen letsel opgelopen. Ook waren er minder infecties zoals neus- en middenoorontsteking, waardoor er bijvoorbeeld minder amandelen hoefden te worden geknipt.
Het gaat nog maanden duren voordat het stuwmeer aan uitgestelde operaties is ingehaald, verwacht Bloem. „We denken niet dat inhalen lukt voor het eind van dit jaar. We verwachten dat ziekenhuizen vanaf eind september een grote inhaalslag kunnen maken. Of ze daarin slagen, hangt in grote mate af van de ontwikkeling van het virus. Nu is de druk door coronazorg op ziekenhuizen nog hoog, hopelijk is dat over een maand minder.”
Er vonden in juli evenveel operaties plaats als in dezelfde periode vóór de pandemie. Dat geeft volgens Bloem aan dat de planbare zorg zoveel mogelijk doorgaat, maar dat ziekenhuizen grosso modo nog niet toekomen aan inhaalzorg.
Zeven ziekenhuizen, 13 procent van het totaal, geven aan de kritiek planbare zorg niet altijd te kunnen leveren. Dat is zorg die binnen zes weken geleverd moet worden, omdat anders gezondheidsschade dreigt. Patiënten kunnen in dit geval overwegen een operatie in een ander ziekenhuis te laten doen, verklaart Bloem.
Verwijzingen
Sinds maart 2020 vonden 1,5 miljoen minder verwijzingen naar medisch specialistische zorg plaats. Sinds april dit jaar is het aantal verwijzingen door huisartsen echter weer op peil, blijkt ook uit het onderzoek. Dat is een goed signaal, vindt Bloem. „Dat betekent twee dingen: huisartsen zien ruimte in ziekenhuizen om patiënten op te kunnen vangen, en patiënten weten de huisarts te vinden. Een aandachtspunt vorig jaar was dat veel mensen ondanks klachten geen contact met de huisarts opnamen.”
„Het is belangrijk dat we met elkaar voorkomen dat het aantal besmettingen weer op gaat lopen”, wil Bloem als boodschap meegeven. „Want daarmee komt de reguliere zorg en de inhaalzorg onder druk te staan.”