Fed-kopstukken spreken zich uit voor afbouw opkoopprogramma
Centrale banken pompen elke maand tientallen miljarden euro’s in de economiën van Europa en de Verenigde Staten. Wanneer ze daarmee stoppen blijft nog altijd ongewis.
Eén keer per jaar komende Amerikaanse centrale bankiers bij elkaar in Jackson Hole in de staat Wyoming. Vrijdag opent voorzitter Jerome Powell van de koepel Federal Reserve (Fed) het evenement, dat vanwege de coronapandemie voor de tweede keer virtueel plaatsvindt. Beleggers en analisten zijn gespitst op signalen over het afbouwen van stimuleringsmaatregelen. Die hebben bijgedragen aan lage rentes, wat heeft gezorgd voor recordstanden op de aandelenbeurzen. Maar door de toevloed van geld en het economisch herstel loopt de inflatie op. Daardoor wordt de roep sterker om een einde te maken aan het goedkoop-geldbeleid.
Maandelijks koopt de Fed voor 120 miljard dollar (102 miljard euro) aan leningen op om de negatieve gevolgen van de pandemie tegen te gaan. Nu het economisch herstel is ingezet, vinden de lokale Fed-presidenten Esther George van Kansas en James Bullard van St. Louis het tijd om daar geleidelijk een einde aan te maken.
George erkent in een tv-interview met persbureau Bloomberg dat de besmettelijkere Delta-variant van het coronavirus risico’s voor de Amerikaanse economie en arbeidsmarkt met zich meebrengt. „Maar ik vind niet dat dit iets verandert aan mijn eigen oordeel dat het tijd is voor aanpassingen, gezien de vooruitgang die we tot nu toe hebben geboekt.”
Bullard zou het liefst zien dat het opkoopprogramma aan het einde van het eerste kwartaal van 2022 is beëindigd. Dat zou speelruimte bieden bij het verhogen van de rente. Die werd in maart vorig jaar drastisch verlaagd wegens de coronacrisis. „We hebben een ‘booming’ economie die op dit moment waarschijnlijk geen verdere stimulans nodig heeft”, zei hij tegen zakenzender CNBC.
De Europese Centrale Bank (ECB) denkt echt nog niet aan het afbouwen van steunmaatregelen. Dit maakten economen van ING donderdag op uit de notulen van de laatste beleidsvergadering van de ECB. De stukken wijzen er volgens hen ook op dat een ruime meerderheid van de beleidsbepalers de nieuwe strategie van de ECB serieus neemt.
Inflatie
ECB-president Christine Lagarde hintte in juli al op een langdurigere steun voor de economie van de eurozone om het herstel uit de coronacrisis te stutten. Ze benadrukte dat ze het oké vond als de inflatie tijdelijk wat hoger uitkomt.
Volgens de economen van ING laten de notulen zien dat er op de bijeenkomst een zeer intensief debat is gevoerd over de uitvoering van de nieuwe strategie. De ECB veranderde eerder vorige maand het inflatiedoel voor de eurozone van ”dichtbij, maar lager dan 2 procent” naar ”2 procent”. Die opwaartse bijstelling lijkt de beleidsmakers van de ECB wat meer ruimte te bieden om met de opgelopen inflatie om te gaan.
Met deze koers onderscheidt de ECB zich van de Fed, waar de discussie nu vooral gaat over het beste moment om te stoppen met steun.