De laatste kerkgangers aan het Lukassenpad
„Veel tegenwerking.” Het eerste blaadje van het notulenschrift van de hervormde evangelisatie in Oosterbeek maakt melding van correspondentie met de plaatselijke hervormde gemeente. Het was 2 mei 1948. „Veel tegenwerking.” Maar er staat meer op dat blaadje: „Alle aanwezigen willen doorzetten, onder Gods zegen.”
De hervormde evangelisatie op gereformeerde grondslag Eben-Haëzer in Oosterbeek kwam er. Dat was eind 1948. Op zondag 5 december wordt echter de laatste dienst gehouden. Het groepje heeft opgehouden te bestaan.
Ouderling T. J. Doornekamp steekt de sleutel in het slot. Oude deuren zwaaien open. Achter het halletje de kerkzaal. Precies honderd stoelen staan er, vastgeschroefd aan de vloer. Rechts achterin een Johannus-orgel. Voorin staan de kansel, een doopvont en een kleine avondmaalstafel. Aan de muur hangen psalmborden, aan een standaard collectezakken. „Al die spullen hebben we zelf gemaakt.”
Met weemoed kijkt de ouderling rond. „Hier heb ik veertig jaar gekerkt. Hier was ik veertien jaar ambtsdrager. Straks gaat de kanselbijbel dicht. Over drie weken wordt alles hier weggehaald. Het is heel wat, vind ik.”
Zijn hier mensen bekeerd? „Dat zeg ik niet, daar beschikken wij niet over, maar dat hoop ik wel. God gaat door met Zijn eigen werk. Daarin ligt voor ons de troost. Toen het besluit viel om ermee te stoppen, was ik er eerst echt ontdaan van. Ik had in de gedachten dat het werk van de Heere beëindigd zou worden. Maar dat is niet waar. Dat werk gaat door. Hier niet meer, maar op andere plaatsen wel.”
Uit onvrede met de prediking binnen hervormd Oosterbeek kwam in 1948 een groepje mensen op zichzelf te staan. De groep groeide aan tot zo’n vijftig personen. Scriba/secretaris J. Aalbers: „Die mensen konden zich niet vinden in de boodschap die er in Oosterbeek werd gebracht.”
De hervormde evangelisatie Eben-Haëzer kwam eerst bijeen in de christelijke gereformeerde kerk en in gebouw Tivoli. Sinds 1953 huurt ze een locatie aan het Lukassenpad, een onderdeel van Zwembad Oosterbeek. Deze zaal was voorheen in gebruik als bioscoop en toneelruimte. „Waar nu de kansel staat, was vroeger het toneelpodium”, zegt ouderling Doornekamp.
Predikanten uit de omstreken van Oosterbeek hielpen de hervormde evangelisatie in het zadel. Velen verleenden op verschillende terreinen hulp. Doornekamp en Aalbers noemen onder meer de namen van ds. D. van der Ent Braat (Opheusden), ds. J. Koele (Nijkerk), ds. Jac. van Dijk (Garderen), ds. H. Brasser (Barneveld) en de eerwaarde heer A. Schuring (Beekbergen).
Tot in de jaren tachtig bleef het bezoekersaantal van Eben-Haëzer stabiel. In 1990 werd de evangelisatie door de centrale kerkenraad van de hervormde gemeente Oosterbeek-Wolfheze erkend. De centrale kerkenraad besloot de evangelisatie onder te brengen onder het kerkelijk verband van de hervormde gemeente Oosterbeek-Wolfheze. De leiding van de evangelisatie kwam in handen van een zogenaamde kerkenraadscommissie.
Die structuur bood voor ons, zegt Aalbers, „de enige kerkordelijke mogelijkheid om officieel kerkdiensten te kunnen beleggen. Er kwam een ouderling en een diaken met een bijzondere opdracht. Beiden werden aan de centrale kerkenraad toegevoegd. De kerkenraadscommissie bestond uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Vanaf dat moment konden ook de sacramenten worden bediend. Ds. A. Romein te Ede, die toen scriba was van de Provinciale Kerkvergadering (PKV), heeft toen bemiddeld tussen ons en de centrale kerkenraad. Sedertdien zijn de contacten met de moedergemeente heel goed. De verstandhouding is uitstekend, ook al weten we van elkaar dat we geestelijk gezien duidelijk van mening verschillen.”
Doornekamp: „Ook op dit moment zou de centrale kerkenraad er alles aan willen doen om ons bestaansrecht te blijven geven. Maar er zijn gewoon niet genoeg kerkgangers meer, daar verandert ook de centrale kerkenraad niets aan.”
De zorgen kwamen in de jaren negentig. De kerkgang liep terug, waardoor er ook financiële moeiten ontstonden. Een van de bestuursleden was al op leeftijd en wilde er wel eens mee stoppen. De enige diaken was per 1 januari 2005 aftredend, maar was volgens de kerkorde niet herkiesbaar. Er bleken geen vervangers beschikbaar.
Doornekamp: „Een groep van zo’n dertig mensen heeft er alles aan gedaan om de kerk in stand te houden. Dat lukte tot, zeg maar, 1 mei 2004.”
De kerkfusie deed Eben-Haëzer uiteindelijk de das om. Diverse leden gingen over naar de Hersteld Hervormde Kerk. Anderen sloten zich, vanwege alle narigheid rond de vorming van de Protestantse Kerk, aan bij de christelijke gereformeerde kerk ter plaatse. Uiteindelijk bleven er nog vijftien leden over.
Op zondagavond 5 december sluit ds. J. D. van Roest uit Lunteren, die in Oosterbeek veel pastoraal werk heeft gedaan, de kanselbijbel. De predikant blijft nazorg verlenen, net zolang totdat alle leden kerkelijk onderdak hebben gevonden. Het interieur is belangeloos geschonken aan de kerk die gebouwd wordt in de nieuwe Edese wijk Kernhem, de wijk van ds. P. H. van Trigt.
Waar vinden Aalbers en Doornekamp kerkelijk onderdak? Aalbers: „Wij gaan naar de hervormde gemeente in Bennekom, van ds. R. A. Grisnigt.”
En Doornekamp? „Ik ben er nog niet uit. Ik wil eerst 5 december achter me hebben.”