Valse vrees
Dit is een wens die de Heere deed over het volk van Israël en die Hij ook met betrekking tot ons doet. Dat wij al Zijn geboden alle dagen zouden onderhouden, opdat het ons mag welgaan in eeuwigheid. Terwijl toch het grootste deel van onze belijders nog nooit zo’n hart van God uit Zijn genadehand ontvangen heeft. Zij zijn verstoken van de ware vreze van God en hebben nog geen begin gemaakt met al de geboden van God alle dagen te onderhouden.De meeste mensen leven zonder de minste indrukken van een godheid. Ze brengen dagen en weken door zonder te denken aan God, Zijn Woord, aan dood, eeuwigheid, hel of hemel. En als zij wel eens zijn aangedaan, al is het met een slaafse vrees en schrik voor Gods rechtvaardige toorn, o, dat is de rechte vreze Gods toch niet. Want u vreest niet God, maar Zijn rechtvaardige toorn. U wenste wel dat God zo heilig en rechtvaardig niet was. Die vrees drijft niet naar God, maar van God. De duivelen hebben ook zo’n vrees, Jakobus 2:19.
Wilt u Gods geboden onderhouden? Kom dan naar Zijn huis. Daar kunt u ze horen. Ik ben zo bang dat u liever het gezang van de wereld hoort, waardoor u met sprekende daden zegt: Wijk van ons, want aan de kennis van Uw wegen hebben wij geen lust. Och, wat is dat naar zo het Woord te verachten. Hoe zal dat in de jongste dag verantwoord kunnen worden?
Helmerus Schröder, predikant te Emden (Uitgezochte kerkredenen, 1768)