Veel mensen zonder werk begonnen afgelopen kwartaal in de horeca
Duizenden mensen zonder baan gingen in het tweede kwartaal aan de slag als kelner, barmedewerker of keukenhulp, vooral jongeren. Maar nog steeds werken veel minder mensen in de horeca dan voor de coronacrisis. De vraag naar personeel is dan ook groot. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het aantal mensen zonder baan dat aan het werk ging in de horeca, lag in het tweede kwartaal 20.000 hoger dan in dezelfde periode een jaar eerder. Eind april gingen de terrassen weer open en vanaf begin juni mochten cafés en restaurants ook binnen weer gasten ontvangen. Daarom had de horeca een grote behoefte aan personeel. Het aantal vacatures ligt daar relatief gezien het hoogst vergeleken met alle andere sectoren.
Desondanks is het aantal banen in de horeca nog niet hoger dan vorig jaar. Afgelopen mei waren er 365.000 banen in de horeca. Dat zijn er 3000 minder dan een jaar eerder en ongeveer 100.000 minder dan voor de coronacrisis.
CBS-econoom Peter Hein van Mulligen verwacht dat veel mensen die tijdens de eerste lockdown hun baan in de horeca verloren, inmiddels in een andere sector werken. „Zij staan vast niet allemaal klaar om terug te springen naar hun oude baantje in de bediening.”
Ook in andere sectoren zijn meer mensen aan het werk gegaan. In totaal waren in het tweede kwartaal ruim 9 miljoen mensen aan het werk. Dat zijn er 150.000 meer dan een jaar eerder en zelfs meer dan in het tweede kwartaal van 2019. Vooral de IT en de zorg waren in trek bij mensen zonder werk.
Het CBS meldde eerder deze week dat het aantal vacatures in het afgelopen kwartaal voor het eerst hoger was dan het aantal werklozen. Bedrijven profiteren van het economisch herstel na de coronacrisis en daardoor is de behoefte naar personeel groot. FNV en CNV zagen dat als een aanleiding om te pleiten voor meer vaste contracten en hogere lonen.