Voldoende steun en draagvlak onder bevolking essentieel bij militaire interventies
Na twintig jaar interventie van westerse landen in Afghanistan is het land de afgelopen dagen weer in handen gevallen van de taliban. President Ghani is het land ontvlucht, Kabul is zonder een schot te lossen ingenomen door de moslimextremisten en de westerse landen evacueren in allerijl hun personeel.
Het gezichtsverlies voor met name de Verenigde Staten is enorm. Maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste. Erger is het dat de Afghaanse bevolking na jaren van hoop weer onder het juk van de taliban is gekomen. Ook al spreken die nu nog redelijk gematigde woorden, het is vrijwel zeker dat ze met harde hand hun extremistische regels op zullen leggen aan een volk dat de afgelopen tijd nog maar amper begonnen was aan een vrijer leven te ruiken.
Het voelt bijna goedkoop om te stellen dat de geschiedenis in Afghanistan zich herhaalt. Vele jaren geleden waren het de Russen die tot de conclusie kwamen dat ze de strijd in dat land niet konden winnen. Nu waren het de Amerikanen die na zo’n twintig jaar de handdoek in de ring gooiden.
De snelheid waarmee de taliban het land wisten te veroveren, was niet voorzien door de inlichtingendiensten van de Verenigde Staten. Volgens hen zou het scenario dat zich nu voltrekt nog maanden op zich laten wachten. Dat ze er zo naast zaten, is een blamage. Dat voormalig president Trump nu zijn opvolger Biden oproept af te treden vanwege het drama in Afghanistan is overigens niets anders dan goedkope retoriek. Hij vergeet voor het gemak dat hij het was die onderhandelingen met de taliban over het terugtrekken van de Amerikaanse troepen begon. Dat maakt de overhaaste aftocht van de Amerikaanse soldaten overigens niet minder pijnlijk voor president Biden. Het is onder zijn verantwoordelijkheid dat er zich nu taferelen afspelen die als twee druppels water lijken op de overhaaste terugtocht van de Amerikanen uit Vietnam in 1973. Biden wilde voorkomen dat Afghanistan vergeleken zou worden met de Amerikaanse bemoeienis in Vietnam. Dat is hem niet gelukt.
Ondertussen zijn de Afghanen opnieuw teruggeworpen in de tijd en moeten ze maar afwachten hoe het leven onder de taliban zich zal ontwikkelen. Hoop op betere omstandigheden dan voorheen lijkt ijdel. De islamitische taliban hebben immers geen andere standpunten gekregen dan ze hadden. Extremisme heeft nu eenmaal als vaste waarde dat het in principe onveranderbaar is.
De les die door westerse landen getrokken moet worden, is dat interventies alleen kunnen slagen als er voldoende draagvlak is onder de bevolking. En dat is heel wat anders dan achteraf met minister Bijleveld zeggen dat de Afghanen nu weten „dat het ook anders kan”. De leegheid van zo’n uitspraak, wetend wat de Afghaanse bevolking te wachten staat, is pijnlijk. Het zal iedereen duidelijk zijn dat als dát het doel was van de interventie van de afgelopen twintig jaar, er nimmer aan begonnen had moeten worden.