Kerk & religie

„Prediking te zeer mensgericht”

„Het diepste probleem van de huidige kerkelijke cultuur in haar volle breedte is dat God uit het middelpunt van het geloofsleven is verdwenen. Centrale vraag is niet wat God van mensen vraagt, maar wat geloof bijdraagt aan een harmonisch leven.”

Van een medewerker
22 November 2004 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 01:54
VEENENDAAL – De George Whitefield Stichting hield zaterdag in Veenendaal haar elfde studiedag. Zo’n tachtig aanwezigen kwamen bijeen onder het motto ”Mag het ook iets meer zijn? Wegwijzers naar een Godgericht leven”. Foto Jan Rozendaal
VEENENDAAL – De George Whitefield Stichting hield zaterdag in Veenendaal haar elfde studiedag. Zo’n tachtig aanwezigen kwamen bijeen onder het motto ”Mag het ook iets meer zijn? Wegwijzers naar een Godgericht leven”. Foto Jan Rozendaal

Ds. M. Gorsira, predikant van de baptistengemeente Delfzijl, stelde dit zaterdag in Veenendaal op de elfde studiedag van de tienjarige George Whitefield Stichting. De stichting, die zich het stimuleren van de studie van het puritanisme en de daaruit voortgekomen opwekkingsbeweging ten doel stelt, kwam bijeen onder het motto: ”Mag het ook iets meer zijn? Wegwijzers naar een Godgericht leven”. Aanleiding van de dag was de verschijning van het boek ”De dynamiek van het geestelijk leven” (”Dynamics of spiritual life, an evangelical theology of renewal”) van de Amerikaanse kerkhistoricus Richard F. Lovelace. Lovelace is een deskundige op het gebied van grote opwekkingsbewegingen.

Vanuit Haggaï 1 trok ds. Gorsira lijnen naar het heden. „In veel kerken wordt hard gewerkt, maar de vrucht blijft uit. Hoeveel gemeenten groeien werkelijk doordat buitenstaanders tot geloof komen? Groei is er vooral door ”circulation of the saints”, men sluit zich aan bij een gemeente waar men zich prettiger voelt.” Slechts eenderde van de Nederlanders rekent zich nu tot een kerkgenootschap, het bijbelbezit neemt af en als men het al gebruikt dan veelal als (cultureel) naslagwerk. „Ook ons past rouw en verootmoediging. Evenals in Haggaï’s tijd stellen wij verkeerde prioriteiten, maar ons diepste probleem is toch dat een Drie-enig God niet langer centraal staat, maar het eigen ik van de mens.”

Het is volgens ds. Gorsira troostrijk om in het boek van Lovelace te lezen over tijden waarin eerdere opwekkingen plaatsvonden. „Prediking van Gods Woord in al zijn facetten is nodig, samen met een diep zondebesef. Waar bij reformatorischen de nadruk ligt op Gods verhevenheid en op zondebesef, ligt dit bij evangelischen meer op lofprijzing en op het creatief omgaan met onze postmoderne cultuur.”

Gereformeerden en evangelischen moeten van elkaars accenten leren, vindt ds. Gorsira. Er ligt volgens hem een taak voor de George Whitefield Stichting om de onderlinge contacten te stimuleren en via het gedachtegoed van de puriteinen een ”evangelisch calvinisme” uit te dragen.

Tijdens het middagdeel ging voorzitter J. J. M. Bol in op de elementen die volgens Lovelace bij een opwekking een rol spelen. Als basisvoorwaarden hiervoor noemde hij een diep besef van Gods heiligheid en van de zonden, zoals Calvijn in zijn Institutie aangeeft. „Het is belangrijk dat het Woord in al zijn facetten wordt gepredikt. De meeste kerken zijn gespecialiseerd in stokpaardjes en verkondigen niet de volle raad Gods. Het Evangelie wordt gemuilkorfd, de aantrekkingskracht gaat verloren.”

Bol hield de ongeveer tachtig aanwezigen voor dat volgens Lovelace een opwekking geen leven op ongewoon hoog geestelijk niveau betekent, maar een kerk die terugkomt op het niveau dat God heeft bedoeld. Daarbij zou levensheiliging zich vooral uiten in de zorg voor anderen. Hij haalde daarbij de Westminster Catechismus aan, die als doel van een mensenleven geeft: God groot maken en voor eeuwig van Hem genieten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer