Orgel met techniek uit de ruimtevaart
Ruimtevaarttechnologie en een flinke dosis vernuft. Samen legden die vijftig jaar geleden de basis voor het moderne computerorgel met digitale sampling.
De Amerikaan Ralph Deutsch zoekt in de jaren zestig een goed elektronisch orgel voor zijn muzikaal begaafde zoon. Met de kale klank van de goedkopere instrumenten heeft hij niets. Maar de betere exemplaren zijn fors duurder en ook nogal lomp. De honderden toongenerators die nodig zijn voor een mooie klank, nemen veel ruimte in beslag. Dat moet echt anders, meent de Amerikaan.
Deutsch, werkzaam als ingenieur binnen het hightechbedrijf Autonetics, is gespecialiseerd in ruimtevaartelektronica. Ingewikkelde elektronische schakelingen worden zo klein mogelijk vormgegeven. Miniaturisering is het devies.
In hun ontwikkelafdeling micro-elektronica weten de techneuten van het bedrijf met succes steeds meer transistors op een chip te integreren. Op een dun schijfje silicium plaatsen ze aanvankelijk enkele tientallen transistors. Maar nu al zijn het er duizenden die samen een digitale schakeling vormen.
Pijporgel
Deutsch kan de gedachte niet loslaten dat die miniaturisering ook zou ook moeten lukken voor elektronische orgels. Een orgel kan veel compacter worden gebouwd en ook kunnen de productiekosten aanzienlijk lager uitvallen. Bovendien droomt de ingenieur ervan om opgenomen pijporgelklanken in reeksen getallen om te zetten en die in een digitaal geheugen op te slaan. De klank kan daardoor veel realistischer worden.
Autonetics ziet een nieuwe afzetmarkt voor de innovatieve chips en Deutsch mag beginnen met de bouw van een demonstratieorgel. Dat zal aan verschillende orgelbedrijven worden getoond. Maar een soort digitaal geheugen te bouwen voor de opslag van de klanken, dat is nog een brug te ver. Daarom wordt er voorlopig een frontpaneel gebouwd met een heleboel plug-indiodes, net als in een ouderwetse telefooncentrale.
Digitale golfvormen
Elke klank heeft een specifiek geluidsgolfpatroon. Deutsch programmeert de gewenste golfvorm door honderden diodes op de juiste plaatsen in te pluggen. Met drie van dergelijk diodearrays legt hij aanvankelijk de klank van drie registers vast. Omdat het demonstratiemodel nog niet over de aangepaste micro-elektronica beschikt, wordt het een grote kast met honderden digitale printplaten.
Het resultaat is veelbelovend. Diverse elektronische orgelfabrikanten zoals Hammond, Conn en Wurlitzer worden uitgenodigd. Zij tonen beslist interesse, maar schrikken terug voor de forse investering in een geheel nieuwe technologie die zich nog niet heeft bewezen. Slechts één kleine maar innovatieve bouwer met visie durft het wel aan om met Ralf Deutsch samen te werken. Dat is de Allen Company van Jerome Markowitz.
Samenwerking
Markowitz, evenals Ralf Deutsch van Joodse afkomst, bouwt in 1936 al analoge imitatieorgels met radiobuizen. Deze instrumenten worden al snel populair. Want pijporgels zijn niet alleen duur in aanschaf maar ook in onderhoud. Regelmatig stemmen is nodig en ook klimaatbeheersing is een aangelegen punt van zorg.
Markowitz maakt gretig gebruik van de laatste technische ontwikkelingen en brengt in 1958 een volledig transistororgel op de markt. Geen wonder dat het digitale project van Deutsch zijn interesse wekt.
Het toongeneratiesysteem van Deutsch biedt Allen Company de totale controle over de klankkleur van elke toon en de mogelijkheid om akoestische klanken meer realistisch te reproduceren. In mei 1969 gaan de twee bedrijven een joint venture aan. De samenwerking tussen Rockwell en Allen verloopt soepel. Allen levert de muzikale expertise; Rockwell, de voortzetting van Autonetics, levert onder leiding van Deutsch de elektronische knowhow. Alle bijbehorende patenten worden eigendom van Allen.
De toongeneratorkaart van het prototype bevatte 22 chips, elk met ruim 2100 transistors. Ze zijn gebaseerd op technologie die Rockwell ontwikkelde voor de NASA-ruimtemissies. Allen kan de digitaal gesamplede orgels zelfs intoneren, via een soort girokaart met ponsgaatjes. De kaart met de daarop vastgelegde klank wordt dan in een gleuf naast de klavieren gestoken.
Markowitz heeft ook oog voor de marketing van zijn orgel. In de overtuiging dat een technische term als ”digitaal” het publiek zou afschrikken, kiest hij voor de aanduiding ”computer”. In mei 1971 onthult hij zijn Allen Computerorgel. Het wordt door het tijdschrift Industrial Research uitgeroepen tot een van de honderd beste nieuwe producten.