Zomergesprek: Illustrator Linda Bikker over verdriet en levensvreugde
Zomer 2018. Linda Bikker is net terug van vakantie als alles verandert. Haar man overlijdt, totaal onverwachts. Het is het dieptepunt in het leven van de illustratrice. Toch weet ze dat God erbij was – en is. In haar leven ontmoeten verdriet en levensvreugde elkaar.
„Doe je voorzichtig?” zeiden meerdere mensen tegen Jasper Bikker, toen ze hoorden van zijn plannen om in de Franse Alpen tochtjes op zijn racefiets te maken. Hij kwam veilig thuis. Maar op zijn laatste vrije dag van die vakantie, gewoon in zijn eigen omgeving, gebeurde het erge, vertelt Linda Bikker (42). „Hij maakte nog een ritje, alleen. Samen fietsen deden we niet, ik was geen partij voor hem. Op de IJsseldijk, bij Krimpen, kreeg hij een ongeluk. Hij overleed ter plekke.”
Drie jaar later praat Bikker –die naast haar tekenwerk ook zelf schrijft– er rustig over. Plaats van het gesprek is het huis dat ze ooit met haar man kocht en waar ze nu nog woont met hun drie kinderen Niels (18), Jurgen (16) en Marije (14). Zowel de voortuin als de achtertuin grenst aan een vrij brede sloot. Een bruggetje aan de voorzijde van haar huis voert over dat water heen en leidt naar een fiets- en wandelpad, waar inmiddels veel voetstappen van de illustratrice liggen.
Bij sommige herinneringen slaan de emoties toe, maar dat belemmert haar niet om te delen hoe het gebeurde haar tekent, hoe ze rust vindt in de gedachte dat God van haar afweet en hoe ze haar leven weer wist op te pakken.
1 Waarom zijn we hier?
„Ik ben iemand die graag thuis is. Dit is een heel fijne plek om te wonen. Vanaf de eettafel kun je mooi over het water uitkijken. Dat is ook mijn werkplek. Voordat corona uitbrak was ik altijd al vanuit huis bezig. Heerlijk.
We wonen in een mooie wandelomgeving. Het pad dat langs ons huis loopt is bosachtig. Ik liep altijd al graag, maar in mijn rouwproces had ik het echt nodig. Zo kwam ik tot rust. Dat klinkt misschien idyllisch, maar ik ervoer en ervaar natuurlijk ook veel verwarring.
Als ik ga wandelen –dat is bijna iedere dag– ben ik meestal drie kwartier tot een uur op pad. De kinderen hebben de leeftijd dat ik ze even alleen kan laten. Hoewel mijn dochter het in het begin weleens ongezellig vond als ik ’s avonds weg was.
Soms maak ik een langere wandeling: naar de Reeuwijkse Plassen. Of ik ga skeeleren of kanoën. Op een korte wandeling neem ik liefst niks mee, geen rugtas, geen telefoon. Ik luister bewust ook geen muziek. Het is prettig om na te denken. En om te zingen. Als ik iemand tegenkom, stop ik daar gauw even mee.
Ik geniet van de stilte om me heen. Maar heel bewust spreek ik ook regelmatig met iemand af. Dat ben ik altijd blijven doen. Mijn beste vriendin woont gelukkig ook in Gouda. Ik merk dat mijn wortels in deze omgeving liggen en ben daar blij mee.”
2 Wat is de missie van uw leven?
„Mijn allerbelangrijkste levensdoel nu is om er te zijn voor mijn kinderen. Als ik maar niet depressief word, heb ik weleens gedacht. Ik ken depressies van dichtbij, omdat Jasper er last van had. Ik ben dankbaar dat ik nog steeds levensvreugde ervaar. Ik voel me best vaak gelukkig, ik kan genieten van de mooie dingen die er zijn. „Hij is dicht bij weduwe en wees”, staat in een van de psalmen, en ik ervaar dat echt zo.
In de nacht voor de begrafenis heb ik iets moois meegemaakt. Ik werd vroeg in de nacht wakker en had best lekker geslapen, terwijl de nachten ervoor moeilijk waren. Ik lag met m’n ogen open en ik voelde me zo rustig. Heel de kamer was verlicht, terwijl dat eigenlijk niet kon. Het is lastig te omschrijven, maar het was alsof er een stukje hemel bij me kwam.
Ik moest die ochtend mijn kinderen wakker maken om samen met hen hun vader te gaan begraven. En juist toen kon ik dit vertellen! Zeker, soms is het alsnog heel donker, maar ik kan hier altijd aan terugdenken.”
3 Wat doet u als u niet werkt?
„Sinds een jaar ben ik vrijwilliger van de VoorleesExpress. Het betekent dat je wekelijks een uurtje voorleest aan een kind dat moeite heeft met taal, twintig weken lang. Het is het perfecte vrijwilligerswerk voor mij. Ik was altijd gastouder en las de kinderen dan heel graag voor. Nadat Jasper stierf, lukte het me niet meer goed om dat werk te doen en ben ik uiteindelijk gestopt. Maar wat ik miste waren de voorleesmomenten.
Ik lees nu voor aan een Pools jongetje van 5. Hij is dol op boeken over tijgers, leeuwen en dino’s. Door corona heb ik erg lang over de twintig keer gedaan. In die periode heb ik echt vooruitgang gezien in zijn taalgebruik. Mooi is dat. Het is nu bijna zover dat ik naar een ander kind ga: een jongetje van 3. Daar heb ik ook weer zin in.”
4 Wat vindt u belangrijk in uw vakantie?
„Allereerst: vakantie is voor mij niet zo belangrijk. Ik heb het goed hier. Maar de kinderen zien graag iets van de wereld en ik wil ook de gewone dingen met ze blijven doen. Dit jaar gaan we naar de Franse Ardennen, naar een plek waar we niet eerder zijn geweest. Dat is een bewuste keuze om het niet moeilijker te maken dan het al is. De tent waarmee we samen op vakantie gingen heb ik verkocht. Die hoorde te erg bij Jasper. Bovendien zou ik dan ook met de aanhanger moeten gaan, voor alle kampeerspullen. Dat is me te veel gedoe. Ik houd helemaal niet zo van autorijden. Jasper zat vrijwel altijd aan het stuur, ik ernaast.
Eigenlijk heeft mijn zoon Niels onze vakantieplek uitgezocht. Een huisje op een camping, via Airbnb. Ik heb wel even nagedacht of we niet met anderen op vakantie zouden moeten gaan. Maar de kinderen willen het liefst gewoon met ons vieren weg. Dat voelt als een mooi compliment. We hebben het goed met elkaar.
Vakantie betekent voor mij: veel lezen, zwemmen en in de natuur zijn. Daar houd ik van. En we gaan wat meer uit eten, of halen pizza’s. Dat lezen, daar kom ik zeker ook aan toe. De kinderen vermaken zich goed. De jongens zijn echte doeners. Ze willen samen een nacht gaan survivallen. Nee, dan ga ik niet mee, dat kunnen ze prima zelf!”
5 Welke muziek kan u bekoren?
„Ik luister veel naar muziek en ook naar podcasts, bijvoorbeeld de dagelijkse Bijbelpodcast ”Eerst dit”. In mijn jeugd had ik meer met de Top 40. Rond mijn vijftiende veranderde er iets in mijn leven. Ik zat in een lastige periode maar ervoer dat God er was, voor mij persoonlijk. Vanaf die tijd had ik een Bijbel naast mijn bed liggen en las ik er ook in. Ik stapte over op christelijke muziek. Later, op het Grafisch Lyceum, had ik een vriendin die veel met het geloof bezig was en me cassettebandjes gaf met muziek van Michael W. Smith. Tegenwoordig luister ik graag naar liederen van de band Sela. En ”De goedheid van God”, een nieuw opwekkingslied van Hillsong, vind ik heel mooi. Er staat een prachtig zinnetje in: „U was dichtbij, in mijn donkerste nacht.” Zo heb ik het echt ervaren.
Het ontroert me, dat God al heel mijn leven nabij wil zijn. Dat heb ik altijd zo ervaren, maar de laatste tijd merk ik het intenser omdat ik meer tijd met Hem doorbreng. Iedere avond na het eten houd ik stille tijd. Het is een soort ritueel geworden en ik kom ervan tot rust. Eerst douch ik, dan kruip ik even mijn bed in. Als ik ga bidden doe ik dat vaak heel bewust op mijn knieën. De kinderen weten dat ze me tijdens dat uur niet moeten storen. Ze vragen wel eens: „Mam, wat doe je dan eigenlijk?”
Soms heb ik moeite om erna weer het dagelijkse leven in te gaan. Terwijl het ook mijn huilmoment is. Omdat het dan mag. Ik kan me heel geborgen weten bij God. De hele dag door voel ik de verantwoordelijkheid op mijn schouders liggen en op sommige momenten drukken de zorgen – maar dan mag ik me kind weten bij de Vader.”
6 Welk boek ligt er momenteel op uw nachtkastje?
„Dat is ”Het geschenk” van psychologe en Holocaustoverlevende Edith Eger. Haar boek ”De keuze” werd me aangeraden door Laurina de Visser, mijn rouwtherapeut. Eger maakte verschrikkelijke dingen mee in het concentratiekamp, daar schrijft ze over. Het komt zelfs zo ver dat ze zo goed als dood op een stapel lijken ligt. Later in het boek vertelt ze hoe ze zelf therapie geeft aan mensen die veel te verwerken hebben. Ze laat zien dat je iets heel ergs kan overkomen, maar dat je wel altijd zelf de keuze kunt maken om in vrijheid te leven. In ”Het geschenk” gaat ze daar dieper op in. Het gaat erom wat je dóét met de dingen die je overkomen. Pijn mag je voelen, verdriet moet je toelaten, maar neem daarna de stappen die nodig zijn om de situatie te veranderen. Het is wel heel pijnlijk en ik weet ook niet zeker of iederéén het kan. Stel dat je last hebt van depressies of neerslachtige buien… Voor mij waren de woorden van Eger een eyeopener en het boek heeft me absoluut gemotiveerd.
Ik was vroeger trouwens geen kind dat veel las. Meidenseries vond ik nog wel leuk, maar daarna stopte ik met lezen. Ik wist simpelweg niet meer welke boeken ik moest pakken. Eigenlijk ontdekte ik pas later wat leesplezier is, toen ik Jasper leerde kennen. Dat was op mijn achttiende, tijdens een vakantie met Beter-Uit in Oostenrijk. Bij hem thuis zaten ze op zondag allemaal te lezen. Er was ook geen televisie, dat scheelt natuurlijk.
Van m’n schoonzus kreeg ik op een gegeven moment het boek ”Een stem in de wind” van Francine Rivers. Ik zat meteen in het verhaal en ik dacht: Ik houd wél van lezen! Vanaf m’n achttiende heb ik veel christelijke romans gelezen.
Ik geniet tegenwoordig erg van de boeken van Mirjam van der Vegt, zoals ”Kracht van rust”. Verder vind ik Els Florijn een goede schrijfster. Ik dacht altijd: Psychologische boeken zijn niets voor mij. Nu zie ik dat er heel veel waarheid in zit en lees ik ze graag.”
7 Met welke persoon uit heden of verleden zou u weleens (hebben) willen praten?
„Natuurlijk zou ik het liefst nog eens met Jasper willen praten.” Met betraande ogen: „Ik heb niks meer tegen hem kunnen zeggen, hij stierf ter plekke. Ik zou hem willen bedanken voor alles wat hij voor mij heeft betekend. We zouden zo veel te bespreken hebben. Maar anderzijds: zonder woorden is het ook goed. Nog altijd betrekken we hem bij ons leven, wij alle vier. Wat zou papa hiervan gevonden hebben? zeggen we dan.
Als ik nadenk over wat ik hem zou willen zeggen, gaat dat snel gepaard met een soort schuldgevoel. Want heb ik wel genoeg tijd voor hem vrijgemaakt? We gingen elke zondag samen een rondje lopen, we waren eens per jaar met z’n tweeën een weekendje weg. Maar ’s avonds was ik heel vaak bezig voor mijn werk. Nu denk ik: was ik maar vaker tegen hem aan gekropen!”
8 Welke Bijbeltekst betekent veel voor u?
Zonder aarzeling: „Dat is Psalm 121. „De Heere is uw schaduw aan uw rechterhand”, is op onze slaapkamermuur geschilderd. Dat was onze trouwtekst.
Toen Jasper was overleden dacht ik meteen: Ik wil Psalm 121 op de kaart. We lazen de psalm toen met mijn ouders en schoonouders. De Heere is je beschermer, staat er. Ik wist even niet wat ik ermee aan moest. En: Hij waakt over je. Dat klopt toch niet? dacht ik. Hij is verongelukt! Waakte Hij over Jasper? Maar er staat ook: Hij zal je uitgang en ingang bewaren. Toen zag ik in: Hij was erbij, het klopt. Hij was er toen Jasper uit dit leven ging.”
Ze pakt de rouwkaart. „Ik sla mijn ogen op naar de bergen, van waar komt mijn hulp?” staat op de voorkant. Eronder een zwart-wittekening van een weggetje dat door een berglandschap slingert. In de verte, bijna uit het zicht, is een klein figuur te zien, fietsend. Eronder vervolgt de Bijbeltekst: „Mijn hulp komt van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft.”
Bikker maakte de illustratie zelf. „Mijn schoonmoeder zei: „Denk je dat het je lukt om iets te tekenen voor op de rouwkaart?” En het lukte. Het is lang niet mijn mooiste illustratie. Maar ik ben blij dat ik het kon. Zie je dat de weg aan het einde open is?”
Ze wijst op het schilderij dat in de woonkamer aan de muur hangt: vrijwel hetzelfde beeld, maar dan in kleur. Zo kan ze er dagelijks naar kijken. „Ik merk dat Psalm 121 mijn hele leven met me meegaat. Vanmorgen sloeg ik mijn Bijbel nog open, precies op de plek van die psalm. Dat vind ik zo bemoedigend.”
9 Terugkijkend op de voorbije jaren: wat was een diepte- en wat een hoogtepunt?
„Wat het dieptepunt was is natuurlijk heel duidelijk bij mij. Twee weken nadat Jasper verongelukte ben ik weer aan de slag gegaan met de klus waar ik toen mee bezig was: een peuterboekje over de ark van Noach. Heel mijn wereld was ingestort en ik was blij dat sommige dingen normaal bleven. Mijn werk gaf afleiding en zorgde voor een dagindeling. Ik had iets om voor uit bed te komen.
Later werkte ik aan een prentenboek over verdriet en rouwverwerking: ”Olifant op het feest”. Dat maakte ik samen met mijn therapeut, Laurina. Het was heel fijn om met dat project bezig te zijn, want ik wilde graag iets betekenisvols doen. Het is een boek met een thema waarover maar weinig op de markt is: hoe kun je erbij zijn als iemand verdriet heeft? Ik maakte de illustraties met aquarel. Ze hebben een lossere stijl dan mijn eerdere werk, meer schetsmatig.
Het dieptepunt in mijn leven zorgde tegelijk voor hoogtepunten. Ik heb ervaren dat God dan, op die duistere momenten, juist komt. Ik heb Gods nabijheid ook gezien in de mensen om mij heen. Jasper was heel handig, hij deed altijd alles in huis. Nu nemen mijn vader en mijn schoonvader allerlei klusjes op zich. Een buurman hier in de wijk is fietsenmaker, hij bood spontaan aan het onderhoud van onze fietsen te doen. Een van mijn zwagers regelt de financiën, bij een ander kan ik terecht als er iets met de auto is.
Wat ik ook onder de hoogtepunten schaar, is hoe relaties met vrienden en familieleden zich verdiepten. Verdriet delen verbindt, heb ik ervaren. Aan de andere kant zijn er contacten verwaterd. Dat mag ook.”
10 Hoe kijkt u naar de toekomst?
„Om eerlijk te zijn: ik ben er benieuwd naar! Wat mijn werk betreft, ben ik tevreden met hoe het nu is. Ik ben blij dat ik in de christelijke wereld werk en denk dat het goed is om mijn talent op die manier in te zetten. Ik merk dat er zegen op rust: ik heb steeds genoeg, maar niet te veel werk. Dus waarom zou ik dan iets anders willen? Ik vind het ook mooi dat andere mensen bemoedigd kunnen worden door wat ik maak. Bijvoorbeeld via de kleurkaarten met Bijbelteksten.
Af en toe een vrolijk kinderboek maken, daar houd ik ook van. Maar het leven is niet alleen blij en vrolijk. Ooit zou ik nog wel een kinderbijbel willen illustreren. Nu staat er onder meer een kleurboek op de planning, over christelijke feesten zoals Pasen en dopen. En ik ben bezig met een nieuw deel in de serie over Suus en Sem.
Ergens vind ik het een hoopvolle gedachte dat ik in de toekomst nog een nieuwe relatie kan krijgen. Niet dat ik dat nu zou willen – ik wil er nu voor de kinderen zijn. Natuurlijk weet ik dat dit een kwetsbaar onderwerp is. Maar zelf dacht ik er kort na de begrafenis al over na. Ook mijn schoonvader zei toen al: Je zult altijd als een dochter voor ons blijven, maar weet dat we blij voor je zijn als je ooit een nieuwe relatie aangaat. Ja, ik zie voor de toekomst zeker mogelijkheden.”
Serie Op doorreis
In deze serie kiest de geïnterviewde een plek die haar/hem inspireert en reflecteert zij/hij aan de hand van tien vragen op het leven.