„Opmars taliban niet onstuitbaar”
Met de omsingeling van een provinciehoofdstad lijkt de opmars van de taliban in Afghanistan opnieuw niet te stuiten. Dat beeld behoeft echter enige nuance, zegt Afghanistankenner Anne Kwakkenbos.
Talibanstrijders laten zich al zien in het centrum van de hoofdstad Lashkar Gah in Helmand, vlakbij belangrijke overheidsgebouwen. De zware gevechten met regeringstroepen hebben inmiddels aan tientallen burgers het leven gekost.
Een inname van de stad zou een belangrijke overwinning betekenen voor de moslimextremisten. Het Afghaanse leger gaf grote delen van het platteland op om zich koste wat kost te richten op de verdediging van belangrijke steden. Nu staat ook die strategie onder druk.
Hoewel de snelle opmars van de taliban zorgelijk is, behoeft die wel wat nuancering, zegt Anne Kwakkenbos. Vanuit hoofdstad Kabul volgt de medewerker van hulporganisatie Cordaid de ontwikkelingen op de voet. Veel veroverde districten zijn vooral dunbevolkt, zegt ze. „De kaartjes kleuren heel erg in het voordeel van de taliban, maar wat is de kracht daarvan? Je moet zulke grote gebieden ook vast zien te houden.”
Media spelen met de huidige berichtgeving over een niet te keren opmars de taliban juist in de kaart, zegt Kwakkenbos. „Afghanen voelen zich al volledig in de steek gelaten. Zulke berichten werken nog eens extra demoraliserend.”
Zware verliezen
De taliban lijken een geoliede vechtmachine, maar in werkelijkheid is de islamitische beweging verdeeld, zegt de Afghanistankenner. Ook lijden de moslimextremisten zware verliezen. Ter versterking worden inmiddels strijders vanuit Pakistan ingevlogen.
De Afghaanse autoriteiten kunnen nog steeds het tij te keren, zegt Kwakkenbos. „Het Afghaanse leger is nog altijd veel groter dan het aantal talibanstrijders. De opmars van de taliban was deels te wijten aan interne Afghaanse verdeeldheid. De nieuwe minister van Defensie hoopt het leger echter te verenigen.”
Volgens de expert hebben ook de westerse landen nog „ontzettend veel mogelijkheden om het de taliban moeilijk te maken. Denk aan sancties, politieke druk en hulp op veiligheidsgebied. Vanuit Afghanistan klinkt nog altijd een heel harde roep om steun.”