Tienden geven
Romeinen 12:10
„Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde, met eer de een de ander voorgaande.”
Verricht arbeid ten behoeve van de uitbreiding van Gods Koninkrijk, want het is goed om altijd ijverig te zijn in goede werken.
Wij moeten vergeten wat achter ons is, en ons uitstrekken naar wat voor ons ligt. Het zou iets groots zijn wanneer alle christelijke kooplieden zouden doen wat sommigen doen, namelijk iets geven van hun vermogen, in een behoorlijke verhouding. Het is een zegen voor een jongeman als hij een zaak begint met de bepaling dat hij de Heere in elk geval zijn tienden zal geven.
De gewoonte om wekelijks wat weg te leggen voor Christus is zeer prijzenswaardig. Kweek haar aan, jongemannen die zojuist voor uzelf een zaak bent begonnen; en ook jullie, beste vrouwen, help je mannen om dit te doen. Jongemannen die kantoorbedienden bent en een vast inkomen hebt, maak dit tot een vast onderdeel van je wekelijks werk, en laat een gedeelte van de gewijde buit naar het buitenlandse arbeidsveld van de Heere gaan.
Maar laten tegelijkertijd je bijdragen voor een en ander nooit dienen als een ontheffing van persoonlijke dienst, standvastig, verstandig, zonder onzuivere motieven. Geef jezelf aan Christus – je gehele persoonlijkheid in haar grootste kracht. Moge God Zijn zegen geven, om Christus’ wil. Amen.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”12 Preken voor jongeren”, 1868)