Kerk & religie

De ‘goede herder’ bij de Papoea’s

Een Papoea kent van huis uit niet het verschijnsel herder, schaap en kudde. Wat moet je dan doen als je Psalm 23 wilt vertalen? Drs. Dick Kroneman, door de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) uitgeleend als vertaalconsulent aan Wycliffe Bijbelvertalers in Papoea (Indonesië), promoveert maandag op het vertalen van bijbelse beeldspraak in de Una-taal (Papoea) en in vijftien andere minderheidstalen in Oost-Indonesië.

K. van der Zwaag
19 November 2004 20:40Gewijzigd op 14 November 2020 01:54
NUNSPEET – Dick Kroneman: „Een letterlijke en ongewijzigde weergave van bijbelse beeldspraak wordt door veel Una sprekers vaak niet begrepen of roept ernstige misverstanden op.” Foto: Anton Dommerholt
NUNSPEET – Dick Kroneman: „Een letterlijke en ongewijzigde weergave van bijbelse beeldspraak wordt door veel Una sprekers vaak niet begrepen of roept ernstige misverstanden op.” Foto: Anton Dommerholt

Kroneman (45) werkt sinds 1988 als vertaaladviseur in de Una-taal (Langda), een van de zendingsgebieden van ZGG in het oostelijke bergland. Toen hij daar voor het eerst kwam, was ongeveer 85 procent van de bevolking nog analfabeet. Nu is dat teruggebracht tot zo’n 70 procent. „Een belangrijk deel van de bevolking kan dus nog steeds niet lezen of schrijven. Een letterlijke en ongewijzigde weergave van bijbelse beeldspraak wordt door veel Una-sprekers vaak niet begrepen of roept ernstige misverstanden op. Dat komt omdat betekenis en achtergrond van bijbelse beeldspraak voor een belangrijk deel nog onbekend zijn bij de doorsnee kerkganger. Voor bijbelvertalers en vertaaladviseurs is het dan ook een hele worsteling om op een verantwoorde wijze een brug te slaan tussen de brontekst en de doeltaalcultuur.”

Concreet voorwerp van onderzoek is het beeld van de goede herder uit Psalm 23, die zorg draagt voor zijn schapen. „In Papoea kende men het verschijnsel schaap niet, wel het varken. Het varken is niet alleen belangrijk voor het vlees, maar ook voor het doen van transacties, zoals de bruidsprijs. Het wordt zelfs als troeteldier gehouden in de hutten. De vraag is of je dan het begrip schaap moet of mag vertalen met varken, omdat dat laatste begrip wel bekend was. „Daar ben ik een tegenstander van, omdat het ook tot de taak van de vertaler behoort om een vertaling te produceren die historisch betrouwbaar is. Varkens werden in de context van het Oude Testament als onreine dieren beschouwd. Het is daarom veel beter om hier het Indonesische leenwoord voor schaap te kiezen.”

Hetzelfde probleem geldt voor de vertaling van herder. „Ook dat woord kent de Papoeabevolking niet, of je moet herder met varkenshoeder vertalen, maar dat is onmogelijk. Ik heb daarom gekozen voor de uitdrukking ”zorgdrager van schapen”. Het belangrijkste doel van een vertaler is dat de betekenis van het woord overkomt. We hebben daarom verschillende begripstests gedaan om te zien hoe woorden overkomen bij de plaatselijke bevolking. Als je ziet dat er consequent misverstanden ontstaan, weet je dat er iets mis is en moet je zoeken naar een betere weergave van de woorden en begrippen uit de brontekst.”

Een vertaling op het zendingsveld moet missionair zijn, vindt Kroneman, als een letterlijke en ongewijzigde weergave van de beeldspraak consequent misverstaan wordt, en als zulke misverstanden in de prediking en de catechese niet of nog onvoldoende worden gecorrigeerd. „In Langda wordt overwegend door ouderlingen gepreekt, die een heel lage opleiding hebben. Het Oude Testament is bij hen vaak onbekend, behalve het boek Genesis, verder kennen ze alleen maar de evangeliën goed, maar Handelingen en de brieven van Paulus weer niet. En deze mensen moeten gaan preken! Het merendeel van de leden van Papoeakerken in de binnenlanden is ook nog absoluut niet in staat om een Bijbel te lezen met voetnoten.”

Er is genoeg werk te doen voor vertaalconsulenten. Het Papoeagebied telt 275 talen, of zelfs meer, voegt Kroneman eraan toe, want er worden nog steeds nieuwe talen ontdekt. In zo’n dertig Papoeatalen is er nu een Nieuwe Testament beschikbaar; in ongeveer acht talen is daarbij nog een verkort Oude Testament voorhanden, en in slechts twee of drie talen is er een compleet Oude Testament. Wycliffe heeft als prioriteit het trainen van meer nationale vertalers. „Er zijn veel nationale vertalers die werk willen doen in hun moedertaal, maar het aantal begeleidende vertaalconsulenten is veel te weinig. Ik organiseer elk jaar een cursus, waaraan in de regel zo’n zestig Papoeavertalers uit 25 talen deelnemen, maar eigenlijk zou je zo’n cursus minstens tweemaal per jaar moeten aanbieden.”

Breng de Bijbel dicht bij de mensen, adviseert Kroneman. „Het onderwijs op de theologische school van de zendingskerk GJPI is sterk gericht op het Indonesisch, en dat is op zich goed. Maar als je mensen aanspreekt in hun stamtalen, kom je veel dichter bij hen.”

Dicks vrouw Margreet, die eveneens een theologische opleiding heeft afgerond, is sinds 1995 verantwoordelijk voor het alfabetiseringswerk in het Langdagebied. De afgelopen jaren heeft ze onderwijzers getraind voor het geven van lees- en schrijfonderwijs. Ook leidde ze een vijftal coördinatoren voor dit werk op. Margreet werkt daarbij samen met de ZGG-medewerkers Jette Flipse en Alinda Paul, die soortgelijke alfabetiseringsprojecten begeleiden in (respectievelijk) de Yali- en de Nipsan-taal.

De zendingswerker heeft zestien jaar ervaring op het zendingsveld. Hij heeft de GJPI zien groeien naar zelfstandigheid, maar hij vergelijkt het met de puberteitsjaren. „Jongeren gaan steeds meer studeren en zouden eigenlijk een wat meer leidinggevende positie willen innemen in de kerk. Ze zijn beter geschoold dan de oudere predikanten, maar missen vaak een stuk geestelijk gezag. Dat geeft soms wat spanningen. Er zou nog meer onderzoek gedaan kunnen worden naar de vraag hoe het Evangelie en de kennis van de gereformeerde leer landt bij de mensen. Ik ben blij met getuigenissen die ik hoor van mensen wat de Heere voor hen is geworden en hoe hun leven drastisch is veranderd, maar helaas zie je ook een terugval in oude heidense praktijken, zoals het nemen van een tweede vrouw. De rol van zending is meer marginaal geworden en dat is terecht, want dat is het doel van de zending: zich binnen het kader van overdracht overbodig te maken. Maar door de nieuwe openheid van de Papoeacultuur naar buiten toe is alles minder overzichtelijk geworden.”

Het echtpaar Kroneman heeft drie zoons: Kars (18), André (16) en Lennart (13). Kars is momenteel in Amerika, waar hij zich de komende jaren voorbereidt op het beroep van zendingspiloot. Kroneman gaat zijn proefschrift zonder zijn gezin verdedigen. Het gezin is in Papoea achtergebleven, en leeft op afstand mee. Oorspronkelijk was de verdediging gepland in zijn verlofperiode deze zomer, maar dit bleek toch niet haalbaar te zijn. De hele plechtigheid wordt nu gefilmd, zodat de familie er achteraf thuis nog van kan genieten. En het pianoconcert van zijn zoon André in Papoea loopt Dick ook mis. „Ook dat wordt vastgelegd op de film”, lacht Kroneman.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer