Economie
Hoe geeft een particulier zijn crypto op in zijn aangifte inkomstenbelasting?

Steeds meer mensen houden zich bezig met cryptovaluta. Maar wat niet moet worden vergeten: de fiscus moet van het geld dat hiermee wordt verdiend op de hoogte worden gebracht.

Wilbert van Vliet
Een munt met daarop het logo van de cryptomunt bitcoin. beeld ANP, Remko de Waal
Een munt met daarop het logo van de cryptomunt bitcoin. beeld ANP, Remko de Waal

De laatste jaren is de belangstelling voor investeren in cryptovaluta hand over hand toegenomen. Het bekendste voorbeeld van cryptovaluta is de bitcoin. Deze digitale munt kwam in 2009 al op de markt. Veel mensen houden zich de afgelopen jaren ook bezig met minen, (bot) trading en/of staking. Dat laatste houdt in dat iemand crypto vastzet (en niet verkoopt) waarmee ze een bepaald rendement kunnen behalen.

Hoe geeft een particulier zijn crypto op in de aangifte inkomstenbelasting? Als hij zelf crypto bezit, zal dit meestal terechtkomen in de belastingheffing van hetzij box 1, hetzij box 3. Box 1 is de belastingheffing over winst uit arbeid en onderneming, box 3 is, eenvoudig gezegd, de heffing voor privé-bezittingen en -beleggingen.

De belastingheffing in box 1 leidt tot een heffing van maximaal 49,5 procent over de resultaten die iemand behaalt. In box 3 wordt jaarlijks 31 procent belasting geheven over een bepaald fictief rendement. De belasting wordt alleen geheven over vermogens boven de 50.000 euro per persoon. Het rendement bedraagt 0,03 procent voor de lagere vermogens en maximaal 5,69 procent voor de hogere vermogens. Die belasting kan daarom oplopen tot 31 procent van 5,69 procent, te weten 1,76 procent over de waarde van de crypto op 1 januari van ieder kalenderjaar.

Het gaat hier om de waarde in het economische verkeer. Wie bijvoorbeeld op 1 januari één bitcoin bezit, moet de waarde in het economische verkeer van die ene bitcoin op 1 januari bepalen. Die kan bijvoorbeeld beschikbaar zijn op de online exchange. Wie de waardes niet juist opgeeft, riskeert extra belastingheffing en boetes.

De vraag is of cryptovaluta nu in box 1 of in box 3 vallen. Als sprake is van een ”bron van inkomen”, is dat box 1. Dat is het geval indien wordt voldaan aan alle drie de volgende criteria: deelname aan het economisch verkeer, het (subjectieve) oogmerk om voordeel te behalen en de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.

Wie zich bezighoudt met cryptovaluta, zal in de regel altijd voldoen aan beide eerste criteria. Het laatste criterium is minder duidelijk. Volgens de jurisprudentie wordt dit criterium zo uitgelegd, dat de arbeid van een belastingplichtige objectief gezien moet leiden tot een voordeel. Zuivere speculatie valt hier niet onder, omdat de verrichte arbeid dan geen invloed heeft op het voordeel. Op grond hiervan zullen beleggers in cryptovaluta die geen aanvullende arbeid verrichten niet in box 1, maar in box 3 vallen.

De vraag is welke aanvullende arbeid wel leidt tot belastingheffing in box 1. Dat is erg situatieafhankelijk. Dit kan het geval zijn bij mining, staking, of actieve trading, maar dat hoeft niet. Bovendien kan het verrichten van extra investeringen of het beleggen namens anderen ook leiden tot heffing in box 1, evenals het hebben van voorkennis. Een ieder die zich bezighoudt of bezig heeft gehouden met crypto’s, doet er dus wijs aan zich goed te laten informeren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer