Gewone mug draagt (nog) nauwelijks enge ziektes over
Dat het klimaat ook in Nederland langzaam opwarmt is onder andere te merken aan oprukkende ziekteverwekkers uit het zuiden. Zo dook hier vorig jaar het westnijlvirus op. Dit vormde de aanleiding voor een grootscheeps onderzoek naar muggen en de ziekten die zij kunnen overbrengen.
Wie heeft er ’s zomers geen last van steekmuggen? Van de ruim 3000 bestaande soorten leven er in Nederland zo’n 35, onder meer in moerasgebieden. In stedelijk gebied is hoofdzakelijk de gewone steekmug actief. Overigens vallen muggen niet alleen mensen aan, ook vogels en zoogdieren leveren de vrouwelijke steekmuggen bloed, dat ze nodig hebben voor vorming van de eitjes. Die worden gelegd in stilstaand water, waar de uitgekomen larven het water helpen filteren, nuttig werk. De volwassen muggen vormen weer voedsel voor vogels en vleermuizen.
„Van één bloedmaal legt de mug zo’n 200 eitjes”, vertelt entomoloog (insectenkundige) Maarten Schrama, assistent-professor aan de Universiteit Leiden. „Maar de mug leeft veel langer. Zo’n steekmug is eigenlijk niets anders dan een vliegende injectienaald. Als die een besmet dier injecteert, kan hij de besmetting overdragen naar de volgende gastheer. Zo kunnen allerlei virussen, vaak via vogels, over grote afstanden verspreid worden.”
Een hele rij virussen
Op dit moment dragen de gewone steekmuggen in Nederland nog (vrijwel) geen enge ziektes bij zich, maar er kunnen twee dingen snel veranderen, verwacht Schrama. Eén: door de gewone steekmug overgebrachte parasieten –waar de muggen zelf overigens geen last van hebben– uit Zuid-Europa kunnen op den duur ook in onze contreien overleven. En twee: tropische muggensoorten zoals de tijgermug kunnen zich blijvend in ons land vestigen, inclusief de ziekten die ze meebrengen, zoals zika- en knokkelkoorts. „Er staat al een hele rij virussen te trappelen in de coulissen.”
Een van de virussen die werden verwacht was het westnijlvirus. „Er werd nagedacht over hoe we een uitbraak konden voorkomen en toen was die er opeens al. De Nederlandse overheid stelde geld beschikbaar om de dynamiek van zulke ziekten en mogelijke ingrepen helder te krijgen.”
Het onderzoek, waar een grote groep onderzoekers van onder meer verschillende universiteiten aan meewerkt en dat vijf jaar duurt, bestaat uit twee hoofdonderdelen. Op zestien plekken in het land plus een aantal extra locaties rond Utrecht wordt wekelijks van vogels die worden geringd wat bloed afgetapt, dat in het lab wordt onderzocht op virussen. Ook worden hier met een ingenieuze val muggen gevangen waarmee hetzelfde gebeurt. Overigens zijn lang niet alle muggen besmet, nuanceert de onderzoeker: „Zelfs op sterk geïnfecteerde plekken vinden we slechts in één op de honderd tot duizend muggen een virus.”
Mosquito Alert
Aan het tweede deel van het onderzoek kan iedereen meewerken die beschikt over een telefoon met internet. Schrama: „In het buitengebied is wel ongeveer bekend waar steekmuggen leven, maar broedplaatsen in de stad liggen meestal op privéterrein, zoals tuinen en platte daken, en een mug komt in z’n leven hooguit zo’n 100 meter ver. Het zou fantastisch zijn als een heleboel mensen, liefst meerdere zomers, via de app Mosquito Alert muggenfoto’s naar ons sturen, dan kunnen we muggenconcentraties in kaart brengen. Als dan ook nog eens een piek in de waarnemingen samenvalt met een in het veld gevonden besmetting, kunnen we wellicht ontdekken welke maatregelen we moeten nemen om in de toekomst mogelijk gevaarlijke uitbraken tegen te gaan.”