Marc Chagall, seculier artiest met religieuze heimwee
De Joods-Russische schilder Marc Chagall (1887-1985) bleef een seculiere kunstenaar, maar niet zonder heimwee naar het traditionele Jodendom en gegrepen door de persoon van Jezus.
Museum Krona in Uden exposeert kunstwerken van de wereldberoemde Chagall en brengt die in verband met elf hedendaagse kunstenaars. Net als Chagall opereren zij op het snijvlak van geloof en ongeloof, liberaal en orthodox, eigentijds en traditioneel.
De expositie en gelijknamige catalogus ”Tussen werelden: Chagall & hedendaagse kunstenaars” (uitg. Berne Media) geeft veel inzicht in de achtergronden van het werk van Chagall. De expositie is zo succesvol dat die twee weken verlengd is tot 10 oktober, zo meldt conservator Wouter Prins.
Hij typeert Chagall als de man van twee gezichten, van de januskop, met het ene gezicht gericht op het verleden, op het oude Rusland (half Russisch-orthodox, half Joods) en het andere op de toekomst, het mondaine Parijs en New York. Zijn leven lang schilderde deze Rus met chassidische wortels Jezus aan het kruis. Hij werd gegrepen door de figuur van Jezus als symbool van onschuld en vervolging, als radicale profeet die niet begrepen werd.
Bijbelillustrator
De burgemeester van Tel Aviv vroeg Chagall mee te denken, bij het opzetten van een museum voor moderne en Joodse kunst. De opdracht voor de Bijbelillustraties zou ertoe leiden dat hij zich de rest van zijn leven ging bezighouden met de Bijbel. Hij werd een gevierd ontwerper van glas-in-loodramen voor kerken en synagogen.
Zijn poging om het lijden van Joden aan christenen over te brengen kwam volgens Prins te laat. Pas na de oorlog werd de Joodse afkomst van Jezus in brede kring geaccepteerd. Chagall raakte steeds meer geliefd onder christenen, vooral onder protestanten, aldus Prins. „Als het gaat om de verbeelding van zijn geliefde boek de Bijbel hoeft Chagall binnen deze kringen alleen Rembrandt voor laten gaan.”