Column (Rina Molenaar): Stilte na de kogel
Terwijl ik midden in een goed gesprek zit, licht het scherm van mijn telefoon op. Een nieuwsalert: „Peter R. de Vries neergeschoten in Amsterdam.” Ik klik door en lees het nieuwsbericht, dat op dat moment nog onwerkelijk lijkt.
Een laffe aanslag op een journalist die niet overal vrienden heeft gemaakt.
Een moordaanslag op een invloedrijke journalist die in alle kwetsbaarheid over straat liep en ten prooi valt aan een paar kogels. Acht dagen later weten we dat zijn mond voor altijd is gesnoerd.
Een dag na de aanval op De Vries licht het scherm van mijn telefoon weer op. Een WhatsApp van een collega meldt wederom weerzinwekkend nieuws: „President van Haiti doodgeschoten in eigen huis.” Op een kwetsbaar en weerloos moment, tijdens zijn slaap, is Jovonel Moïse in zijn huis overvallen door huurmoordenaars. Een kogel maakte een einde aan zijn leven. Een moord op de invloedrijke president van een kwetsbaar land. Zijn mond is voor altijd gesnoerd.
Na de moordaanslag op De Vries waren de reacties eensluidend. Ook de man op straat die geen fan was van De Vries verwierp de aanslag. Men was het erover eens: dit kan en mag niet gebeuren. Dit was een regelrechte aanslag op onze rechtsstaat. Naast meeleven en emoties waren er terechte verontwaardiging en diepe rouw in het land.
Na de moord op president Jovenel Moïse reageerden de burgers in Haïti op een vergelijkbare manier. De burger die zich soms kritisch uitliet over de president verafschuwde de laffe moord op Moïse. Angst overheerste echter ook bij de Haïtianen. Burgers trokken zich terug in hun huizen. Als een groep moordenaars in staat is de presidentiële woning binnen te dringen, is het gevaar overal aanwezig. De bevolking voelt zich op het moment van schrijven als opgejaagd wild dat nergens veilig is. In de normaal gesproken drukke hoofdstad Port-au-Prince waren de straten de eerste dagen na de aanslag stil en verlaten. Twee weken lang gold de noodtoestand.
Na dit geweld zijn veel mensen weer stilgezet. We zijn het erover eens: op alle fronten zijn er grenzen overschreden.
Terwijl bij De Vries het strijden voor recht en waarheid hem het leven kostte, zien we in Haïti dat verschil van visie en afkeer van de macht leidde tot de dood van president Moïse.
In figuurlijke zin zijn we ook vaak getuigen van kogels die over en weer worden afgeschoten, zonder respect voor de ander. Vooropgesteld: figuurlijke kogels zijn al een enorme winst ten opzichte van de letterlijke. Maar soms lijken we in een wereld te leven waarin iedereen het met elkaar eens moet zijn. Wijkt onze mening af? Dan worden we makkelijk weggezet en wordt ons, vaak op een indirecte manier, de mond gesnoerd.
De stilte na een geweerschot is vaak oorverdovend. Die stilte duurt vaak maar even, omdat er hulp is geboden.
Juist na impactvolle, schokkende gebeurtenissen is het goed om momenten van stilte te creëren. Die stiltemomenten kunnen verrassende en scherpe inzichten opleveren, omdat ze je als vanzelf tot reflectie brengen. Reflectie over de plek die we als christen in de samenleving kunnen en ook moeten innemen. Om zo zichtbaar aanwezig te zijn in een wereld waarin duizend stemmen om het hoogste woord strijden.
Terug naar de avond waarop het bericht binnenkwam dat De Vries werd neergeschoten. Waarom keek ik eigenlijk op het scherm van mijn telefoon terwijl ik midden in een goed gesprek zat? Het nieuws dat op onze smartphoneschermen onze huizen binnenkomt, kan mooie momenten wreed verstoren. De jachtige wereld neemt vaak bezit van ons.
Met de vakantieperiode voor ons hebben we de gelegenheid om onze smartphone aan de kant te leggen en ons zelf stiltemomenten te gunnen.
Op momenten dat andere stemmen zwijgen, is er ruimte om Gods stem te verstaan. In de stilte is de echo hoorbaar. God spreekt dan één keer en we horen het twee keer. Die momenten van ontmoeting met God stellen ons in staat om weerbaar en zichtbaar onze plaats in de maatschappij in te nemen.
Ik wens u en mezelf de komende zomer veel van deze stiltemomenten toe.
De auteur is directeur-bestuurder bij Woord en Daad.