Onderzoek: vinvis Terneuzen in leven bij aanvaring schip
De dode gewone vinvis die dinsdag op de boeg van een schip in de haven van Terneuzen werd ontdekt, leefde waarschijnlijk nog toen het dier werd aangevaren.
Het zoogdier van ongeveer 15 meter heeft vlak voor het doodgaan nog gegeten, concludeert Universiteit Utrecht die onderzoek deed naar de doodsoorzaak.
„In de slokdarm van de vinvis vonden we onverteerd voedsel, een soort planktonkreeftjes, kril noemen we dat. Dat de kril niet in de maag van de vinvis terecht is gekomen, geeft aan dat deze waarschijnlijk vlak voor of tijdens het sterven is opgegeten. Dat wijst erop dat de vinvis waarschijnlijk niet ziek was”, zegt Lonneke IJsseldijk, bioloog bij de Universiteit Utrecht.
Op de plek waar de vinvis in contact is gekomen met het schip, vonden de onderzoekers een grote onderhuidse bloeding. „Dat is een teken dat de vinvis nog leefde, toen die in contact kwam met het schip”, aldus IJsseldijk.
De gewone vinvis werd aangetroffen op de bulb van het schip, dit is het onderste gedeelte van de boeg.
De gewone vinvis is een beschermde diersoort. Volgens IJsseldijk vormt de scheepvaart een van de grootste bedreigingen voor het dier.