Zeldzaam reptiel nogal eens het haasje op ATB-routes
Nederland, fietsland bij uitstek, telt 37.000 kilometer aan fietspad, een netwerk dat dagelijks groeit. Doordat ook het aantal onverharde routes door de natuur voor mountainbikers, zogenaamde ATB-paden, fors stijgt, ontstaat er een serieus probleem, vindt Ravon. De natuurbeschermingsorganisatie luidde vorige week de noodklok.
Als schrijnend voorbeeld noemt Ravon de Sallandse Heuvelrug. Ernstig bedreigde diersoorten zoals de hazelworm en de zandhagedis worden daar massaal doodgereden. „Jaarlijks telt één vrijwilliger daar vele tientallen doodgereden reptielen. In 2020 waren dat bijna honderd slachtoffers, en dat op slechts een deel van het totale ATB-netwerk binnen het gebied.”
Die vrijwilliger is reptielendeskundige Anton van Beek, gepensioneerd oud-conservator van Natuurmuseum Holterberg in Holten. Al zo’n twintig jaar doet hij onderzoek naar diverse diersoorten in het Natura 2000-gebied, waaronder reptielachtigen. De laatste vier jaar schrijft hij daarover lijvige rapporten, die vervolgens worden toegestuurd aan de beheerders van het gebied, onder wie Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, de provincie Overijssel, groenbureaus maar ook de media.
„Natuurlijk wordt op gewone wegen en fietspaden ook weleens wat aangereden, maar dat is niet vergelijkbaar met de aantallen op de zogenoemde singletracks van de ATB-routes.” Singletracks zijn smalle, kronkelige zandpaden. „In het voorjaar en de zomer worden die door koudbloedige dieren gebruikt om zich op te warmen. Dat is essentieel voor hun voortplanting en hun spijsvertering. Juist daar worden grote aantallen reptielen doodgereden. Ze zijn niet in staat snel weg te komen. In de Wet natuurbescherming hebben ze internationaal de hoogste beschermingsgraad. Ik heb nog maar een klein deel van de route kunnen onderzoeken, maar alleen daar al zijn er vorig jaar bijna honderd dode exemplaren aangetroffen.”
Het gaat volgens Van Beek om het topje van de ijsberg. Hoeveel hazelwormen en zandhagedissen er in totaal in het gebied zitten, is onbekend. „Het gaat mij ook niet om de aantallen die doodgereden worden, maar om het feit dat dit een beschermde diersoort in een beschermd natuurgebied is waar een ATB-route dwars doorheen loopt. Dat had nooit mogen gebeuren.”
Hij verwijt Staatsbosbeheer en met name Natuurmonumenten dat ze veel te weinig ingrijpen, ondanks herhaaldelijk aandringen. „Er worden wel wat zandstroken aangelegd waar reptielen naartoe kunnen. Maar die dieren laten zich niet sturen. En het gaat mij er niet om wat de organisaties wel doen, maar om wat ze nalaten.”
De Holtense onderzoeker pleit voor het afsluiten van de omstreden routes in het gebied, in ieder geval totdat de reptielen weer in winterslaap gaan. „Er rijden elke week nu zo’n duizend mountainbikers. Als ze er eenmaal zijn, krijg je ze niet meer weg.”
Dat laatste denkt ook Staatsbosbeheer. Mocht nader onderzoek aantonen dat het aanpassen van de ATB-route op de Sallandse Heuvelrug beter is voor de hagedissen, dan is de natuurbeheerder zeker bereid daar aan mee te werken, reageert woordvoerder Imke Boerma. „Het probleem is bekend en het heeft onze aandacht. Sommige stukken sluiten we af of verleggen we zodra we merken dat daar veel reptielen doodgereden worden. De route helemaal afsluiten heeft een averechts effect. Dan fietsen de recreanten dwars door het gebied. De schade wordt dan nog groter. Je moet het dus reguleren.”
Wildfietsen
Loes Visser van Natuurmonumenten is diezelfde mening toegedaan. „Elke doodgereden hagedis is er één te veel, toch vinden wij het geheel afsluiten van de MTB-route niet de beste optie. Ook wij vrezen dat sluiting meer wildfietsen teweegbrengt, met grotere schade aan de natuur. Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten hebben in 2018-2019 onderzoek laten doen naar de beste manier om het doodrijden van hagedissen te voorkomen. Daarna zijn enkele stukken van de route verlegd.” Volgens Visser wordt binnenkort opnieuw een deel van de route omgeleid. „De verwachting is wel dat dit gaat leiden tot meer wildfietsen. We gaan dat daarom nauwgezet monitoren.”