Respons onderzoek naar nieuwkomers zeer mager
Plaatselijke kerken die verschillende vormen van lidmaatschap hanteren, slagen er beter in om mensen zonder kerkelijke achtergrond te trekken dan kerken die alleen het ’gewone’ lidmaatschap kennen.
Dat is een van de uitkomsten van een inventarisatie uitgevoerd door het sociaal-wetenschappelijk instituut Kaski onder een aantal christelijke gereformeerde kerken, gereformeerde kerken vrijgemaakt, PKN- en evangelische gemeenten. Opdrachtgevers hiervoor waren de Hervormde Bond voor Inwendige Zending op gereformeerde grondslag (IZB), deputaten toerusting evangeliserende gemeente van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (DTEG) en deputaten evangelisatie van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). Ook het Landelijk Dienstencentrum van de PKN en de Evangelische Alliantie (EA) verleenden hun medewerking.
Zo’n 3000 gemeenten kregen in april een vragenlijst toegestuurd, met „missionaire vragen” als: Hoeveel mensen zonder kerkelijke achtergrond treden jaarlijks toe tot uw kerk? Welke mensen worden geen lid, maar raken wel op de een of andere manier betrokken bij het kerkelijk leven? Afhankelijk van de uitkomst van de steekproef zouden de initiatiefnemers besluiten of er een grootschalig onderzoek naar toetreding en betrokkenheid kon worden opgezet.
Inmiddels is het Kaski-rapport gereed, aldus dr. S. Paas, evangelisatieconsulent binnen de CGK, desgevraagd. De uitkomsten daarvan zijn volgens hem „in zekere zin teleurstellend.” De respons was slechts matig. Alleen christelijke gereformeerde kerken en gereformeerde kerken vrijgemaakt reageerden redelijk goed (40 procent reageerde); van de aangeschreven PKN- en evangelische gemeenten liet maar 10 procent iets van zich horen.
„Ik had willen weten of er veel kerken zijn die het goed doen als het gaat om aantallen nieuwkomers”, zegt Paas. „Was dit zo geweest, dan hadden we in het vervolgonderzoek de diepte in kunnen gaan.” Het is nu niet waarschijnlijk dat er zo’n onderzoek komt. „Maar laat ik een slag om de arm houden.” Is de steekproef mislukt? „Het zou erg flink zijn om nee te zeggen. Maar daar komt het eigenlijk wel op neer.”
Desondanks laten de uitkomsten van de inventarisatie wel enkele trends zien, zegt de evangelisatieconsulent. Een daarvan is dat gemeenten die verschillende vormen van lidmaatschap hanteren -gastlidmaatschap, de mogelijkheid vriend van de gemeente te worden- meer niet-kerkelijke mensen trekken. Duidelijk is verder ook dat er in de achterliggende drie jaar sprake was van een lichte groei van het aantal toetreders - met enkele tientallen per jaar. „Maar ook dat er geen kerken zijn die massa’s toetreders trekken. Dat hadden we ook niet verwacht, maar nu is dat bevestigd.”
Zo’n twintig gemeenten springen er in het rapport echter toch wel uit, aldus Paas. „Zij doen het significant beter dan andere.” Welk type gemeenten dit zijn, is nu nog niet te zeggen: de gegevens zijn geanonimiseerd.
De consulent wijt de lage respons vooral aan een gebrek aan tijd bij kerkenraden. „Een non-responsanalyse heeft aangetoond dat het niet zo was dat mensen per se niet mee wilden doen. We vermoeden dat we kerkenraden te weinig tijd hebben gegeven. En er zullen ook gemeenten zijn waar geen toetreders waren, en die mogelijk om die reden niets van zich hebben laten horen.”