Vrijgemaakte leraar in het ongelijk gesteld
De commissie van beroep van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) heeft J. A. Bazuin uit Zwijndrecht, die recent werd ontslagen als docent aan de Gereformeerde Scholengemeenschap Randstad (GSR) in Rotterdam omdat hij zich had vrijgemaakt van zijn kerkverband, in het ongelijk gesteld.
De commissie stelde het bestuur van de school in het gelijk, meldde dr. J. van Gurp uit Dalfsen donderdag. De zitting had op 1 november plaats in Amersfoort. Deze week ontving Bazuin, die vier uur lesgaf op de GSR, de uitspraak. Het ontslag blijft gehandhaafd.
Bazuin (55), die overigens fulltime lesgeeft op een scholengemeenschap in Ridderkerk, overweegt nu de gang naar de wereldlijke rechter. „De kans dat ik die stap ga maken, is zeker aanwezig. Maar eerst moet helder zijn of er een goede kans van slagen is.” Een belangrijke hinderpaal vormen de hoge kosten die aan een rechtszaak zijn verbonden - mogelijk wel 10.000 euro. Tot op heden werden de onkosten gedragen door lezers van Reformanda, het blad van verontruste GKV-leden en zogenoemde nieuwe vrijgemaakten.
Bazuin: „Ik doe dit niet zozeer voor mezelf. Ik gaf maar vier uur les op de GSR. Maar er zijn heel wat broeders en zusters die de procedure nauwlettend volgen. Er zijn er die werkzaam zijn op andere gereformeerde scholen en zich ook vrijgemaakt hebben. Ook zij krijgen, omdat zij zich niet onder onschriftuurlijke synodebesluiten willen stellen, met ontslag te maken. De gevolgen van hun geloofsdaad zijn, zeker als je kostwinner bent en een gezin hebt, zeer ingrijpend. Er zijn ook nog broeders en zusters die de stap nog niet hebben genomen, omdat ook aan hen ontslag is aangezegd wanneer zij zich vrijmaken.”
In juni schreef dr. Van Gurp in Reformanda dat het in het conflict ten diepste gaat om de vraag welk kerkverband zich nu de echte Gereformeerde Kerken vrijgemaakt mag noemen. Hij aarzelde niet om te spreken over „uitsluiting ter wille van het geloof, om niet te spreken van geloofsvervolging.”
Volgens dr. Van Gurp hebben schoolbesturen niet de bevoegdheid om uit te spreken welke van beide kerkgemeenschappen recht heeft op de naam Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. „Het enige wat een bestuur kan doen, is uitspreken dat het geen keus kan en mag maken en dus beide groepen leraren, verenigingsleden en leerlingen aanvaarden als behorend tot de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.”