Twijfels in Europees Parlement over eerlijk delen klimaatlasten
Nederlandse Europarlementariërs hebben hun twijfels over de verdeling van de kosten van de grootscheepse klimaatmaatregelen die de Europese Commissie voorstelt. De scepsis leeft in zowel linkse als rechtse hoek.
Eurocommissaris Frans Timmermans, tweede man van de commissie en verantwoordelijk voor het klimaatbeleid, wil onder meer de CO2-uitstoot van het verkeer en van de verwarming en verkoeling van gebouwen voortaan in rekening bij de producenten brengen. Daardoor stijgt waarschijnlijk de energierekening en zijn burgers ook meer kwijt aan autorijden en vliegen. Een deel van de opbrengst van de CO2-uitstootrechten die meer bedrijven moeten gaan betalen gaat volgens de plannen naar een sociaal klimaatfonds, waaruit mensen kunnen putten die moeilijk zelf een elektrische auto of de renovatie van hun huis kunnen betalen.
„De bedoelingen zijn vast goed”, zegt CDA’er Esther de Lange, kopstuk van de machtige christendemocraten in het parlement. „Maar het is nog maar de vraag of het voorgestelde fonds daadwerkelijk bij die gezinnen terechtkomt die de steun het hardst nodig hebben. De energietransitie moet niet alleen te doen zijn voor de Tesla-rijder met een laadpaal in de voortuin, maar ook voor heel normale Nederlandse gezinnen.” Ze wil „garanties” dat de opbrengst niet alleen de schatkist van EU-landen spekt.
Ook GroenLinkser Bas Eickhout ziet „een rechtvaardigheidsprobleem”, omdat „mensen te maken zullen krijgen met hogere stookkosten en benzineprijzen”. Hij vindt het idee van een sociaal klimaatfonds wel goed, maar het schiet tekort. „Uiteindelijk zullen landen via belastinghervormingen een betere herverdeling moeten organiseren.” Eickhout maant de commissie verder vooral om sneller in te grijpen waar dat kan, zoals bij de overgang naar elektrische auto’s en het afbouwen van vrijstellingen voor de CO2-beprijzing voor luchtvaart en de industrie.
Timmermans’ partijgenoot Mohammed Chahim (PvdA) ziet de voorstellen „allereerst als een kans, niet als een bedreiging”. Maar ook hij is bezorgd over de sociale impact van de plannen en dreigende prijsverhogingen. „Je huis verwarmen en naar je werk rijden met de auto moet voor iedereen betaalbaar blijven”, reageert hij. „Energietransitie treft en betreft ons allemaal: we moeten onze uitstoot verminderen en vervuiling belasten.”
Jan Huitema (VVD) is ook weinig te spreken over de verdeling van de lasten van de vergroening van de EU. „In Nederland hebben we al accijnzen op brandstoffen, energiebelasting voor gas- en elektriciteit en subsidies om huizen te isoleren en zonnepanelen te installeren. De klimaatwinst is twijfelachtig en dat samen is ongewenst en slecht voor het draagvlak”, meent hij.
De SGP is evenzeer beducht voor het „rondpompen” van geld, maar voelt eigenlijk voor het hele pakket weinig. „Het is te veel, te snel en te veel wensdenken”, oordeelt Bert-Jan Ruissen onomwonden. „Het is prima om een sprong te maken, maar niet zo ver dat we onze enkels breken. Kunnen burgers en bedrijven dit wel opbrengen? Of geldt voor hen: groen doen, maar rood staan?”
Het Europees Parlement en de EU-landen moeten met de voorstellen instemmen. Dat vergt naar verwachting nog jaren van onderhandelingen. Het parlement mag dan twijfels hebben over de verdeling van de lasten, op heel wat vlakken wil het juist wat meer vaart zetten achter de strijd tegen klimaatverandering dan de commissie en zeker dan de lidstaten.