De commissie onder leiding van de oud–burgemeester Havermans van Den Haag is voor het onderzoek verantwoordelijk. Het werd dinsdag gepresenteerd.

Advocate B. Böhler wees minister Remkes van Binnenlandse Zaken donderdag in een brief op de door haar geconstateerde onvolkomenheden. Het advocatenkantoor waarvan zij deel uitmaakt, verdedigt verscheidene terrorismeverdachten. Door de fouten die in het rapport staan, worden volgens de advocate rechtstreeks de belangen van hun cliënten beschadigd. Ze stelt de bewindsman aansprakelijk voor de hierdoor geleden en nog te lijden schade.

In een opsomming van de successen van de AIVD wordt bijvoorbeeld op de zogeheten Rotterdamse terroristenzaak gewezen. In het rapport wordt ten onrechte gesteld dat in deze zaak het voorbereiden van een aanslag op het Amerikaans cultureel centrum ten laste is gelegd, constateert Böhler.

„Het is eveneens onjuist dat alle leden van de groep in hoger beroep werden veroordeeld voor het verlenen van steun bij het voorbereiden van een mogelijke aanslag", schrijft ze aan Remkes. „Onze cliënt, een van de vier verdachten, is slechts veroordeeld voor de handel in valse papieren. Onze cliënt is nooit, zoals in het rapport wordt gesuggereerd, veroordeeld voor terroristische activiteiten. Voor zover wij weten is ook geen van de andere verdachten veroordeeld voor medeplichtigheid bij het voorbereiden van een aanslag in Parijs."

Böhler wil dat de minister de geconstateerde onjuistheden zo snel mogelijk rectificeert. Remkes liet donderdagavond weten dat hij Havermans heeft gevraagd om snel een reactie te geven op de aanmerkingen van Böhler. De naar Havermans genoemde commissie gaat een onderzoek uitvoeren en zal zo spoedig mogelijk rapporteren aan de minister. Remkes wil weten of er inderdaad fouten staan in het rapport over het functioneren van de AIVD en of de conclusies en aanbevelingen moeten worden aangepast.