„Stoppen we alles in de reparatie voor het behoud van prepensioenrechten? Of laten we ook wat ruimte over voor de levensloopregeling?" aldus voorzitter E. Snoey van de Abvakabo, de FNV–bond in de publieke sector. Vooral gezien de mindere economische tijden en de beperkte extra loonruimte die van werkgevers gevraagd kan worden, zullen volgens Snoey in het begin duidelijke keuzes gemaakt moeten worden.

De bondsraad van de Abvakabo heeft besloten nog een aparte vergadering over het Sociaal Akkoord in te lassen. Snoey: „Binnen onze sectoren bestaan namelijk grote verschillen. Zo werken in de zorg, welzijn en kinderopvang veel vrouwen die relatief jong zijn en behoefte hebben aan goede verlofregelingen. Bij gemeenten werken weer meer mannen en ouderen, die alles toch zullen gebruiken voor aan het einde van de rit."

De parlementen van FNV Bouw en Bondgenoten kwamen er donderdag wel uit. Volgens de bondsraad van Bondgenoten moet er in CAO–onderhandelingen vooral voor worden gezorgd dat huidige pensioenregelingen in de lucht worden gehouden, zodat mensen de mogelijkheid houden eerder te stoppen met werken. „Als er dan geld over is kunnen we een beginnetje maken met de levensloopregeling", aldus CAO–coördinator A. Jongbloed van Bongenoten.

Ook bij FNV Bouw zal de verlofspaarregeling volgens voorzitter D. van Haaster de komende jaren vooral fungeren als „het staartje om individueel prepensioen mee te financieren". Volgens Van Haaster geldt weliswaar een overgangstermijn van vijftien jaar voor de ombouw van vroegpensioenregelingen. Desondanks is het volgens hem nog maar de vraag of bouwvakkers alles wat zij tot nu toe hebben opgebouwd aan prepensioen probleemloos kunnen overhevelen naar de oudedagsvoorziening.

Het kabinet heeft in het Sociaal Akkoord toegezegd dat werknemers meer mogen sparen via hun oudedagsvoorziening onder een fiscaal vriendelijk regime. De extra gespaarde gelden kunnen dan gebruikt worden om eerder dan op je 65e te stoppen met werken.

In de bouw geldt volgens Van Haaster een relatief luxe prepensioenregeling, omdat veel werknemers door hun zware beroep eerder willen stoppen met werken. „Mensen sparen nu voor vijf jaar 75 procent van hun salaris. Het kan een probleem worden dat allemaal over te hevelen zonder extra premiekosten. Misschien komen we niet verder dan 62 jaar en moeten mensen die toch op hun 60e willen stoppen, dat verder zelf financieren via de levensloopregeling."

Jongbloed van Bondgenoten ziet echter ook grote keuzeverschillen per sector, net zoals de Abvakabo. Zo kennen werknemers in het beroepsgoederenvervoer volgens haar nog een betere prepensioenregeling dan in de bouw. „Daar zullen we dezelfde problemen tegenkomen als in de bouw, maar het is een sector met veel zware beroepen en voor mensen is het heel belangrijk dat ze eerder kunnen stoppen."

Daarnaast wijst Jongbloed op een bedrijf als DSM, waar via de ’CAO á la carte’ al meer wordt gespaard voor verlof. „Dat kunnen we makkelijk ombouwen naar een levensloopregeling. Maar over het algemeen is tussentijds verlof duurder om te sparen. Als de levensloopregeling leidt tot enorme premieverhogingen, is de keuze door mensen snel gemaakt", stelde ze.