Onderpand
1 Korinthe 10:21b
„Gij kunt niet deelachtig zijn de tafel des Heeren en de tafel der duivelen.”
Het deelnemen aan het sacrament is een verklaring en erkentenis dat men zelf tot die gemeenschap behoort. Door het deelnemen aan de doop hebben wij dit allen reeds eenmaal gedaan, en door het heilig avondmaal te gebruiken doen wij het zo dikwijls wij aan Zijn tafel komen. Door de doop is dat in onze kindsheid geschied, met onze ‘vooronderstelde’ toestemming. Door het avondmaal gebeurt het met onze uitdrukkelijke toestemming. Dit zal klaar blijken als wij overwegen de betrekking die het sacrament heeft tot de gemeenschap der heiligen: het is een teken en onderpand van de gemeenschap der heiligen. Wij zijn één brood, zegt de tekst. Het ene brood betekent dat wij één lichaam zijn en door het ontvangen van het teken en het dragen van het kenmerk van de genootschap verklaren wij deze zaken, uit kracht van dit onderscheidend teken: dat wij niet meer behoren tot de gemeenschap der wereld die in het boze ligt, wat het tegenovergestelde genootschap is (1 Korinthe 10:21). Gij kunt niet deelachtig zijn de tafel des Heeren en de tafel der duivelen. Nadat wij het huis en het volk van onze vader verlaten hebben, moeten wij ook niet meer met hen delen in hun levenswijze en handelingen. Wij nemen nu het teken van Sions koning aan, om zo onderscheiden te worden van degenen die tot onze gemeenschappelijke vijand behoren.
Thomas Boston, predikant te Ettrick
(”Verhandeling over de gemeenschap der heiligen”, 1775)