Donner niet direct op hoogte van inhoud dreigbrief
Minister Donner van Justitie is niet direct op de hoogte gesteld van de inhoud van de dreigbrief die op het lichaam van Theo van Gogh is achtergelaten. Hoewel de brief al dinsdagavond naar het departement van Justitie is gefaxt, kwam de strekking ervan pas woensdagochtend terecht bij de minister en bij de topambtenaren die gaan over de beveiliging.
Dat blijkt uit antwoorden van de bewindsman op vragen van GroenLinks over de gang van zaken rond de dreigbrief. In de Tweede Kamer was verwarring ontstaan over de route van de brief en wie de beslissing had genomen om VVD–leider Van Aartsen niet te beveiligen.
De dreigbrief richt zich tegen met name Hirsi Ali, maar ook Van Aartsen en burgemeester Cohen van Amsterdam worden bij naam genoemd. Op donderdagavond werden maatregelen getroffen, vlak voordat Donner de brief openbaar maakte. Voor Cohen werden op dinsdag 2 november al maatregelen getroffen om andere redenen, schrijft Donner.
De verwarring over de brieven is ontstaan, omdat de bewindsman niet was geïnformeerd over het feit dat de bewuste brief al dinsdagavond was gefaxt door het college van procureurs–generaal. Tijdens het debat met de Tweede Kamer meldde hij daarom dat de brief woensdag was aangekomen, omdat hij toen op de hoogte werd gesteld van de strekking „te weten een bedreiging van mevrouw Hirsi Ali en een ’zelfmoordtestament.”
De schriftelijke antwoorden maken niet duidelijk of Donner afwist van de exacte inhoud van de hele dreigbrief en wat precies dinsdagavond met de fax is gebeurd.
Woensdagochtend boog de evaluatiedriehoek zich over de dreigbrief. Daarin zitten de directeuren–generaal van Justitie en Binnenlandse Zaken en de Nationaal Coördinator Bewaking en Beveiliging (NCBB). Zij zagen toen geen aanleiding maatregelen te treffen voor anderen dan VVD–Kamerlid Hirsi Ali.
Doordat Donner donderdag besloot de brief openbaar te maken, schatten de deskundigen in dat Van Aartsen een risico liep, omdat het anderen op ideeën kon brengen en wegens zijn recente uitspraken in de pers over moslimterreur. De Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) bevestigde deze dreigingsinschatting, aldus Donner.
Donner schrijft dat hij vooralsnog niet van plan is de procedures aan te scherpen. Wel heeft hij samen met zijn collega Remkes op Binnenlandse Zaken besloten het besluitvormingsproces van de afgelopen periode te evalueren.