ANWB inspecteert deze zomer ook weer campings in het buitenland
De ANWB gaat deze zomer ook weer campings in het buitenland inspecteren en beoordelen. Vanwege de coronapandemie bezochten inspecteurs vorig jaar alleen Nederlandse kampeerplekken. Maar nu veel coronamaatregelen zijn versoepeld, kunnen ook campings in het buitenland deze zomer weer de nodige Nederlandse toeristen ontvangen.
De populariteit van kamperen is volgens onderzoek van de ANWB door de coronapandemie flink toegenomen, vooral onder gezinnen met jonge kinderen. Nederlanders hebben onder meer rond Pasen dit jaar massaal tenten, tentharingen en barbecues ingeslagen, omdat zij vanwege de coronacrisis toen noodgedwongen op vakantie gingen in eigen land.
Nu voor veel populaire kampeerlanden weer een positief reisadvies is afgegeven, trekken echter veel Nederlanders ook weer met hun tent, camper of caravan naar het buitenland.
De ANWB-inspecteurs bezoeken deze zomer campings in de populairste kampeerlanden waarvoor een groen of geel reisadvies geldt. In het hoogseizoen zullen zij verrassingsbezoeken brengen aan campings in Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Italië en Kroatië.
Tijdens hun bezoek letten de ANWB-inspecteurs op allerlei zaken, van de faciliteiten op het terrein tot de kwaliteit van het sanitair. Campings kunnen scoren op vijf onderdelen: zwemmen, terrein, sanitair, eten en drinken en recreatie. Er valt een maximale score van vijf sterren te behalen. Dit betekent echter niet dat campings met minder sterren ongeschikt zijn voor een kampeervakantie, benadrukt de ANWB. „Het betreft vaak kleinere campings die weliswaar over minder faciliteiten beschikken, maar daarmee juist voorzien in de wensen van selecte groepen kampeerders.”