Kamer wil af van vaste AOW-leeftijd
Een kamermeerderheid wil af van de vaste pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar. Van de grote partijen houdt alleen het CDA strikt vast aan de AOW-norm, die tot nog toe ook door minister De Geus van Sociale Zaken streng werd bewaakt.
Vrijdag debatteert de Tweede Kamer over de aangepaste kabinetsplannen voor VUT en prepensioen en voor de zogeheten levensloopregeling. De PvdA zal dan een motie indienen om de verplichte pensioenleeftijd in te ruilen voor een flexibeler systeem. De liberale regeringspartijen VVD en D66 zijn van zins de motie aan een meerderheid te helpen.
Minister De Geus kan de motie nog voorkomen door meteen toe te zeggen dat hij onderzoek zal doen naar het ”Zweedse model”. Het Scandinavische land kent een richtleeftijd van 65 jaar, maar biedt tegelijk keuzevrijheid aan burgers om iets eerder (vanaf 62) of iets later (tot 70) te stoppen met werken. Afhankelijk van hun keuze krijgen ze een hogere dan wel lagere ouderdomsuitkering.
Het ligt niet in de lijn der verwachting dat De Geus die toezegging zal doen. Tot nog toe heeft hij de vaste AOW-leeftijd zowel binnen als buiten het kabinet met kracht verdedigd. Binnen het kabinet is minister Brinkhorst (Economische Zaken) voor ophoging, in verband met de toenemende levensverwachting. Op zijn initiatief laat het kabinet berekenen wat de effecten zijn van een verhoging naar 67 jaar.
Over die berekening, door het CPB, ontstond rond Prinsjesdag opwinding. De linkse oppositie sprak schande van de gedachte. Minister De Geus liet daarop weten dat de AOW wat hem betreft „staat als een huis.” Het CDA steunt hem daarin. „Vijfenzestig jaar is de leeftijd, dan moeten mensen op AOW kunnen rekenen”, aldus kamerlid Verburg in reactie op het plan van de PvdA.
VVD-kamerlid Verburg benadrukt dat de pensioenleeftijd wat haar betreft deze kabinetsperiode nog gewoon op de 65 blijft. Maar met kamerlid Bakker van D66 kiest zij op langere termijn voor keuzevrijheid. Bakker houdt nog een slag om de arm met betrekking tot de praktische consequenties, maar gaat verder uit van het principe „hoe meer keuze hoe beter.”
In het debat dienen D66 en PvdA vrijdag samen een amendement in om ervoor te zorgen dat mensen met een spaarloonregeling tegelijk ook de levensloopregeling kunnen gebruiken. Het kabinet wil die combinatie uitsluiten. Op verzoek van de Kamer blijft het spaarloon bestaan, de levensloopregeling moet mensen gelegenheid geven verlofdagen te sparen voor scholing, zorg, vroegpensioen of bijvoorbeeld een wereldreis.
Ten aanzien van de AOW is voor minister De Geus nog een ander probleem ontstaan. Enkele maanden geleden kondigde hij aan het dreigende koopkrachtverlies onder ouderen volgend jaar te zullen compenseren door de AOW-uitkering eenmalig met 60 euro te verhogen en de ouderenkortingen op het belastbaar inkomen iets op te trekken. Voor 422.000 ouderen blijkt dat niet of onvoldoende te lukken.
Zo’n 54.000 van hen worden niet bereikt door de verhoging van de fiscale korting, omdat ze geen belasting betalen. Aan nog eens 23.000 ouderen gaat de aanvullende ouderenaftrek voorbij. Verder hebben de 345.000 mensen met een gekorte AOW-uitkering, die dus ook gemeentelijke bijstand krijgen, een probleem. Zij zouden in plaats van het extraatje van 60 euro (5 per maand) iets extra’s krijgen via de bijzondere bijstand. De gemeenten weigeren daar echter aan mee te werken.
Het gaat bij de gekorte AOW’ers vooral om migranten die nog geen volledige uitkeringsrechten hebben opgebouwd. Van de 345.000 gekorte AOW’ers wonen er 186.000 in het buitenland, zo heeft staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken de Kamer laten weten.