OM eist 14 jaar voor doodschieten vriend Duivendrecht
Het Openbaar Ministerie heeft woensdag bij de rechtbank in Amsterdam veertien jaar gevangenisstraf geëist tegen de 50-jarige Abdallah M. Volgens het OM staat vast dat de man op 1 oktober 2019 in Duivendrecht de 34-jarige Seif Ahmed met een enkel schot door het hoofd van het leven heeft beroofd. Het slachtoffer werd aangetroffen achter het stuur van zijn auto, met zijn dochtertje van veertien maanden op de achterbank.
Een getuige alarmeerde de politie, kort nadat M. de plaats van het misdrijf zou hebben verlaten. Het slachtoffer had een vuurwapen in zijn hand.
Slachtoffer en verdachte waren bevriend met elkaar. Zij hadden die middag een afspraak. Uit onderzoek is gebleken dat de twee mannen een uur in de auto van Ahmed hebben gezeten, bij een tuinpark aan de Buitensingel in Duivendrecht. Het OM meent dat M. een schuld had bij Ahmed en dat die het motief is geweest voor het dodelijke geweld.
M. heeft in meerdere verklaringen ontkend dat hij iets met de dood van Ahmed te maken heeft. Justitie bestempelt deze verklaringen als onbetrouwbaar. M. zou zijn relaas over zijn gangen die middag telkens hebben aangepast aan de resultaten van het politieonderzoek. M. kwam met alternatieve scenario’s, zoals zelfmoord en een onbekend gebleven schutter. Grondige analyse wijst volgens het OM uit dat deze scenario’s niet kunnen kloppen. Dat onderzoek wijst M. overtuigend als schutter aan, aldus de officier van justitie. Ook forensische sporen wijzen in de richting van M.: op zijn jas en in zijn auto zijn schotresten gevonden, op het wapen in een mengprofiel zijn DNA.
De officier hekelde de „berekenende” manier waarop M. te werk is gegaan, onder meer door het moordwapen in de hand van het slachtoffer te leggen. Ook stuurde M. Ahmed kort nadat hij hem en diens kind had achtergelaten een spraakbericht, alsof hij van niets wist. Kil, koelbloedig en calculerend, betoogde de officier, maar juridisch gezien niet genoeg om moord te kunnen bewijzen. Zij kwam uit op doodslag.
Woensdagmiddag pleit M.’s advocaat.