Ollongren wil dat jongvolwassen wezen niet uit huis worden gezet
Demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren komt met maatregelen om jongvolwassenen te beschermen als hun ouders overlijden. Het komt voor dat zij hun huis uit moeten omdat ze niet vermeld staan op het huurcontract van hun ouders. Voor deze groep moet vaker maatwerk geleverd worden, schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer, die de regering om een plan van aanpak had gevraagd.
Jongvolwassenen die nog bij hun ouders wonen, kunnen in een ingewikkelde situatie terechtkomen als die ouders overlijden, staat in de brief. Ze staan vaak niet op het contract als medehuurder van een woning, omdat die doorgaans op naam van de ouders staat. Het lukt ook niet om dat na het overlijden van hun ouders alsnog te regelen via de rechter omdat die meestal kijkt of sprake is van een „duurzaam gezamenlijk huishouden”. Daarvan is bij meerderjarige kinderen meestal geen sprake omdat zij normaal gesproken snel uit huis gaan. Gevolg kan zijn dat ze bij het overlijden van hun ouders hun huis uit moeten, omdat het huurcontract niet op hun naam gezet wordt.
Minister Ollongren gaat in gesprek met de verhuurders om een gedragscode op te stellen voor dit soort gevallen. Daarin worden verhuurders gewezen op de mogelijkheden om de huurders te helpen en krijgen de huurders zelf meer tijd om te kijken wat ze zelf zouden willen. Uitgangspunt moet zijn dat de weeskinderen in ieder geval niet op straat komen te staan.
Ollongren is van plan om die afspraken te maken met de woningcorporaties, maar bekeken wordt of ook andere verhuurders betrokken kunnen worden. Ook wordt gekeken of de wet aangepast kan worden. Huurcontracten lopen in principe twee maanden na het overlijden van de ouders af. Dat wordt volgens experts soms als knellend ervaren, aldus de minister. Ze wil dat corporaties de mogelijkheid krijgen om een tijdelijk huurcontract op te stellen zodat de wezen meer tijd krijgen. Bekeken wordt nog of er meer aanpassingen nodig zijn „zodat zij meer rust ervaren voor rouwverwerking en om beslissingen voor de toekomst te nemen”.
De voorstellen van Ollongren volgen op een motie van VVD-Kamerlid Daniel Koerhuis waarin gevraagd werd de problematiek in kaart te brengen en oplossingen voor te stellen. Hoeveel jongvolwassenen jaarlijks te maken krijgen met problemen rond hun huisvesting, vindt de bewindsvrouw lastig in te schatten. Het lijken er enige tientallen te zijn.