Zalm: Rotterdam moet zelf debacle betalen
Alles wat in de Rotterdamse haven is misgegaan, is voor rekening van de gemeente. Geen cent van de rijksmiddelen zal worden besteed aan de kwestie van de bankgaranties, die het Havenbedrijf in opspraak heeft gebracht.
Dat heeft minister Zalm (Financiën) woensdag gezegd in de Tweede Kamer tijdens een debat over de uitbreiding van de Rotterdamse haven. Desondanks wilde een meerderheid van CDA, PvdA, SP en GroenLinks niet instemmen met het akkoord, dat het kabinet in juni met de gemeente en de provincie heeft gesloten.
In dat akkoord staat dat het Rijk voor de aanleg van de Tweede Maasvlakte een aandeel van 500 miljoen euro neemt in het Havenbedrijf en dat 726 miljoen beschikbaar wordt gesteld voor de zeewering van het nieuwe gebied.
Volgens de afspraken krijgt het Rijk eenderde van de Rotterdamse haven in handen. Want een zo omvangrijk project kan niet aan de gemeente worden overgelaten, aldus Zalm. „De haven ontworstelt zich aan de stad. Met alle respect, maar de gemeenteraad is niet in staat zo’n bedrijf te runnen.”
Zalm en zijn collega Peijs (Verkeer en Waterstaat) probeerden de Kamer ervan te overtuigen dat echte beslissingen pas in april 2005 en eind 2005 moeten worden genomen. Peijs sprak wel van „temporisering” na het financiële schandaal rond RDM en het Havenbedrijf. De Kamer reageerde echter huiverig en vindt dat de financiële risico’s goed moeten zijn afgedekt. Alleen VVD, LPF stemden expliciet in met de afspraken.
De Kamer wacht op het rapport van de commissie-Duivesteijn. In dat rapport hoopt de Kamer middelen te vinden om in de toekomst greep te houden op grootscheepse infrastructurele projecten als de Betuweroute, de hogesnelheidslijn (hsl) en de Tweede Maasvlakte. Toch mag het kabinet van CDA en PvdA verdergaan met de plannen.
Alleen SP en GroenLinks zijn faliekant tegen de uitbreiding. Daarbij lieten zij zich ten dele leiden door rapporten van het Centraal Planbureau, dat zich kritisch uitliet over de perspectieven voor de werkgelegenheid.